De afgelopen jaren verschenen er meerdere films die hun onderwerp door de ogen van dieren tonen. Zo zijn er documentaires over honden en katten in Istanboel, een speelfilm over een asielhond in Boedapest en, dichter bij huis, filmsterkat Abatutu in De wilde stad. Historicus Guido van Hengel voegt met Roedel, een ‘geschiedenis ter hoogte van knie of heup’, een literaire variant toe aan dit rijtje door het vertelperspectief van Joegoslavische straathonden te kiezen.
Tito’s honden
Roedel valt uiteen in twee delen. In het eerste gedeelte loodst Van Hengel de lezer ‘snuffelend, associatief en op gevoel’ door de twintigste-eeuwse geschiedenis van Joegoslavië. Die geschiedenis bestaat hier vooral uit oorlog: de twee Balkanoorlogen van 1912 en 1913, twee Wereldoorlogen, de Koude Oorlog en de opvolgings- en burgeroorlogen die het einde van Joegoslavië inluidden.
Geholpen door de schrijfsels van literaire grootgewichten als Curzio Malaparte en Milovan Djilas weet Van Hengel het geweld, de slachtpartijen en ellende van deze periode invoelbaar te maken. Voor zijn missie is het een geluk dat de personificatie van Joegoslavië, Josip Broz Tito, een hondenliefhebber was – hij heeft zelf zijn leven te danken aan zijn trouwe viervoeter. Het is een mooie vondst van Van Hengel om Tito’s leven te duiden aan de hand van zijn voorkeur voor honden: van partizanenheld tot gevierd staatsman naar reliek, en van Duitse herder tot jachthond naar schoothond.
Hondenmeppers
Het tweede deel van Roedel speelt zich af in het hedendaags Bosnië en Herzegovina en Servië en is meer journalistiek van aard. Centraal staat de omgang met zwerfhonden, maar op de achtergrond sluimert het geweld van de jaren negentig. De link tussen het streven de straten vrij te houden van vermeend gevaarlijk zwerfhonden en etnische zuiveringen is snel gemaakt. Zeker omdat veel paramilitaire groeperingen zich als roedels roofdieren gedroegen. Van Hengels aanpak heeft hierin wel wat weg van Dier, bovendier van Frank Westerman, waarin deze de eugenetica van de nazi’s verknoopte met de veredeling van paardenrassen.
Tijdens zijn omzwervingen ontmoet Van Hengel vele redders van honden. Zo is er Dalida, die een strijd voert met hondenmeppers, šinters genaamd. Elders voert hij Jelena op, die zich inzette voor dierenrechten, maar vanwege een tot haar gerichte haatcampagne de strijd opgaf. Aan zwerfhonden kan namelijk grof geld verdiend worden door overheidsgeld, dat bedoeld is voor de opvang van de dieren, in eigen zak te steken en de honden te laten creperen.
Van Hengels reisverslag geeft ook een bijzondere inkijk in de belevingswereld van de Bosniërs. Onder buitenlandse druk en in een poging ‘Europees’ te worden nam het parlement een zeer vooruitstrevende wet aan om dierenrechten te beschermen. Veel burgers zagen dit als een door het decadente Westen opgelegde maatregel. En hoe kunnen ze ook anders in een land, waar in de woorden van een taxichauffeur, de mensen als honden leven.
Uniek perspectief
Het oogpunt van honden geeft Van Hengel de vrijheid om voorbij landsgrenzen te kijken, wat een uniek perspectief geeft op een gebied en tijdperk dat wordt gekenmerkt door etnische conflicten. De keerzijde van deze aanpak is dat het boek soms een duidelijke focus mist en zo nu en dan alle kanten uitschiet. Dit maakt Roedel dan ook een ‘alternatieve geschiedenis’ en geen volledig overzichtswerk.
Gelukkig stoort dit niet heel erg, omdat Van Hengel zo levendig schrijft en vaak mooie bruggetjes slaat tussen de verschillende passages. Ook zijn genuanceerde en evenwichtige behandeling van het vele geweld tussen de bevolkingsgroepen is te prijzen. Wie een voorliefde heeft voor honden en op zoek is naar een boek dat (voormalig) Joegoslavië letterlijk in geuren en kleuren beschrijft, mag Roedel niet laten liggen.
Door Koen Smilde.
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
Guido van Hengel, Roedel. Een alternatieve geschiedenis van Joegoslavië.
Van Oorschot, 2021. 248 pagina’s.
ISBN: 9789028223066.
€20,-
Koen Smilde studeerde geschiedenis in Rotterdam, Wenen en Amsterdam. Zijn interesse gaat onder meer uit naar de twee totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw en de omgang met hun erfenis.