Met Carl Linnaeus: de man die de natuur rangschikte waagt Gunnar Broberg zich niet op onbekend terrein. Broberg geldt als een ‘toonaangevende Linnaeuskenner’ en heeft meerdere voorname publicaties over de vroegmoderne Zweedse arts, plantkundige, zoöloog en geoloog op zijn naam staan. In zijn nieuwe vuistdikke en prachtig geïllustreerde biografie van Carl Linnaeus (1707-1778) richt Broberg, emeritus hoogleraar wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit van Lund, zich tot een breed publiek.
Brobergs strategie om de lezer te enthousiasmeren is ambitieus: hij wil Linnaeus tot leven brengen. ‘Ik wil weten hoe hij dacht en waar hij zijn gedachten vandaan haalde. Ik wil hem in zijn voetstappen volgen, ik wil horen hoe hij sprak, ik wil bij hem thuis langsgaan,’ schrijft Broberg in het voorwoord (p. 9). Daarom kiest hij er uitdrukkelijk voor om Linnaeus – en zijn tijdgenoten – aan de hand van citaten zo veel mogelijk zelf aan het woord te laten. Mijn interesse was meteen gewekt. Helaas laat de concrete uitwerking veel te wensen over.
Details, details en nog eens details
In zijn poging om een zo levendig mogelijk beeld te schetsen van de leefwereld van Linnaeus verschaft Broberg de lezer een overvloed aan informatie. Daarbij verliest hij zich in al zijn enthousiasme voortdurend in details. Een treffend voorbeeld is de passage over de boerderijdieren die rondliepen op Linnaeus’ landgoed in de buurt van de universiteitsstad Uppsala. Broberg somt niet alleen op om welke dieren het ging – ‘veertien koeien, twee pinken, achttien schapen, zeven varkens, acht kalkoenen, twintig kippen, zeven ganzen, twee oude bruine koetspaarden en een afgedankt rijpaard’ (p. 354) – hij noemt alle veertien koeien ook bij naam.
Begrijp me niet verkeerd, ik bewonder Brobergs oog voor detail. Het getuigt van zijn oprechte fascinatie voor alles wat enigszins met Linnaeus te maken heeft en laat geen twijfel bestaan over het feit dat Broberg de bronnen door en door kent (daarover later meer.) Dat Linnaeus één van zijn koeien Miss Star noemde, vind ik trouwens best een leuk wist-je-datje. Wat me stoort is de prominente plaats die dit soort details krijgen in het boek.
Keuzestress
Ik vermoed dat Broberg last had van keuzestress. In een toelichting bij de geraadpleegde bronnen en secundaire literatuur achterin het boek, schrijft hij het volgende: ‘Er is geen gebrek aan bronnen, zoveel is wel duidelijk geworden.’ (p. 487) Inderdaad, het lijkt dan ook alsof Broberg geen selectie gemaakt heeft maar zich liet leiden door het principe dat more is more. In plaats van moeilijke knopen door te hakken en een duidelijk onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaak, verschuilt Broberg zich achter het uitgangspunt van zijn biografie. Het resultaat is echter geen levendig en veelzijdig portret van een boeiende wetenschapper, maar een boek dat leest als een grondig onderzoeksverslag, als een aaneenschakeling van – soms ogenschijnlijk willekeurige – stukjes informatie. Als lezer heb je geen houvast en moet je moeite doen om geconcentreerd te blijven. Ik moet eerlijk bekennen dat ik aan het einde van een hoofdstuk – gelukkig zijn die kort – vaak geneigd was om het boek weg te leggen.
So what?
In de continue stroom aan informatie is het zoeken naar de stem van de biograaf. Om alle informatie te kunnen verwerken heb je als lezer nood aan iemand die duiding geeft en zaken met elkaar in verband brengt. Als biograaf schiet Broberg daarin tekort.
Broberg werpt met momenten wel interessante vragen op, maar gaat niet in op de so what-vraag. Waarom is het interessant dat het beeld van Linnaeus als kind zo nauw verbonden is met de Linnaeus-cultus? (p. 42) Waarom is het wetenswaardig dat Linnaeus een uitgesproken afkeer had van polemiek? (p. 196) Wat doet het ertoe dat Linnaeus het Zweedse volk geneeskundig wilde opvoeden? (p. 247) De lezer kan er alleen maar naar gissen. Dat is frustrerend, zeker wanneer je er niet aan twijfelt dat de auteur deze vragen kan beantwoorden.
Daarnaast laat Broberg té vaak de kans liggen om zijn beschouwingen te kaderen binnen relevante historiografische debatten – dat terwijl hij in het voorwoord uitdrukkelijk ‘ingevoegde wetenschapshistorische delen’ aankondigt (p. 9). Door de biografie heen noemt hij slechts een handvol Linnaeus-onderzoekers en wetenschapshistorici bij naam, wiens inzichten hij in dat geval uiterst summier aanhaalt. Meestal maakt Broberg er zich met een eindnoot vanaf.
Een inschattingsfout
Kortom, na het lezen van deze biografie blijf ik met meer vragen dan antwoorden achter. Het overheersende gevoel is verwarring. Mijn verklaring daarvoor is dat Broberg zijn lezerspubliek tegelijkertijd over- en onderschat. Hij beschouwt hun interesse in het leven en werk van Carl Linnaeus als vanzelfsprekend en gaat daardoor te gemakkelijk voorbij aan de so what-vraag. De onderschatting schuilt dan weer in het gebrek aan expliciete historiografische kadering. Dat in combinatie met enkele woordspelingen die je met je ogen doen rollen (ik bespaar ze u) maakt dat deze biografie mijn initiële verwachtingen jammer genoeg niet waarmaakte.
Door Edurne De Wilde.
Gunnar Broberg, Carl Linnaeus. De man die de natuur rangschikte.
Uitgeverij Spectrum, 2020. 520 pagina’s.
ISBN: 9789000367566
€39,99
STEUN JONGE HISTORICI, BESTEL DIT BOEK VIA ATHENAEUM BOEKHANDEL
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma.
Edurne De Wilde studeerde geschiedenis in Leuven en Leiden. Na het behalen van haar ResMA (2019) keerde ze niet terug naar België, maar begon ze als promovenda bij het Instituut voor geschiedenis in Leiden. Haar promotieonderzoek maakt deel uit van het project ‘Scholarly Vices: A Longue Durée History’ en richt zich op moderne interpretaties van Francis Bacons idola mentis. Daarnaast is ze één van de redacteuren van het geschiedenisblog Over de Muur.