Guus Kuijer, De Bijbel voor ongelovigen
Athenaeum, 2018
ISBN: 9789025309275
€59,99
Voor een mede-geschiedenisstudente heb ik eens een kinderbijbel gekocht. Het was geen grap. Ze had er zelf om gevraagd; voor haar verjaardag. De studente kwam uit een goed rood nest en ze was naar openbare scholen gegaan. Hoewel het atheïsme haar maar al te goed beviel, ontdekte ze bij de vakken Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd dat Bijbelkennis onmisbaar was voor een historicus. Meer eerstejaarsstudenten in de geesteswetenschappen worden geconfronteerd met een gebrek aan religieusculture bagage. In een recent artikel in De Groene Amsterdammer beklaagt Neerlandicus Herman Pleij zich er over. Zijn collega’s moeten zelfs heuse bijspijkercursussen voor Bijbelverhalen opzetten tegenwoordig, verzucht hij. Want voor het begrijpen van westerse literatuur, kunst, films, games, politiek en afleveringen van South Park moet je de verhalen uit de Bijbel kennen.
Religie mag dan in West-Europa op zijn retour lijken, de drie abrahamitische godsdiensten (Jodendom, Christendom en Islam) groeien op andere continenten. Om de wereld van gisteren, vandaag en morgen te begrijpen moet je bezitten over een zekere mate van ‘religieuze leesvaardigheid’, betoogt religiewetenschapper Stephen Prothero. En om dat te hebben zijn de verhalen van de wereldgodsdiensten essentieel, zo stelt hij. Je hoeft niet in die verhalen te geloven. Je mag ze net zo goed beschouwen als mythen. Maar je moet ze wel kennen. Kan de recente, seculiere hervertelling van Guus Kuijer – De Bijbel voor ongelovigen – toekomstige studenten in de geesteswetenschappen die kennis bieden?
Van bijrol naar verteller
Na zeven jaar heeft Guus Kuijer deze vuistdikke hervertelling van de verhalen van het Oude Testament volbracht. Het boek beslaat dus – in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden – niet de hele Bijbel. Behalve dat het Nieuwe Testament ontbreekt, heeft Kuijer ook niet-verhalende gedeelten met psalmen, wetten en een heel aantal profeten overgeslagen. Dit is een logische keuze. Wat wel klopt aan de titel is dat Kuijers hervertelling niet geschikt is voor de al te Bijbelvaste Christen. Als ongelovige durft Kuijer erg creatief om te gaan met zijn bronmateriaal. Zijn personages twijfelen aan hun religieuze ervaringen, bekritiseren het verloop van hun verhalen en zijn soms ronduit geschift.
Deze mensen staan centraal in de hervertelling. Anders dan in veel Bijbelboeken kiest Kuijer er niet voor om een alwetende verteller op te voeren, maar vertelt hij de verhalen vanuit de personages. Dit zijn niet de grote namen die je verwacht. De vertellers zijn juist vaak de bijrollen: de krijger Mered, de opstandige koningszoon Absalom en de kreupele Mefiboseth. De verschillende personages kunnen ook contrasterende verhalen vertellen om zichzelf of hun familie er beter uit te laten komen. Op deze wijze benadrukt Kuijer dat de Bijbel niet het onfeilbare Woord van God is, maar een product van mensen.
Stilistisch valt er een hoop te genieten. Kuijer combineert relatief simpele, directe taal met prachtige metaforiek. Als een nakomeling van Noach voor het eerst muziek hoort, hoort hij klanken die ‘als lammetjes om elkaar heen huppelden’. Af en toe laat Kuijer je ook grinniken. Bijvoorbeeld als Eva klaar is met het gezeur van haar zoon Abel en hem toeroept: ‘En nu de tent uit. (…) Hoepel op naar je schapen.’
Literaire vrijheid
Kuijers creativiteit zorgt ervoor dat hij regelmatig ver afwijkt van de oorspronkelijke grondtekst. Hij schroomt niet om details en zelfs personages toe te voegen. Met de Nieuwe Bijbelvertaling ernaast heb ik vaak met verwondering gekeken hoe Kuijer summiere Bijbelverzen weet uit te bouwen tot paginaslang, spannend proza. Het is ontzettend knap gedaan, en het dwingt je om Bijbelverhalen met een frisse blik te bekijken. Toch vraag ik me af of iemand met weinig Bijbelkennis een goed onderscheid kan maken tussen wat uit Kuijers pen komt, en wat uit de oorspronkelijke Tenach is overgenomen.
Kuijer heeft dus niet de moderne hervertelling geschreven, zoals Stephen Fry’s Mythos en Neil Gaimans Norse Mythology, waarop ik gehoopt had. Desalniettemin is ‘zijn’ Bijbel een ontzettend goed boek, juist omdat Kuijer zoveel toevoegt aan je al bestaande Bijbelkennis en die kennis met een genoegzame glimlach uitdaagt. Kuijer verrijkt je lezing van Bijbelverhalen, maar voor het verkrijgen van basiskennis is het boek minder geschikt. Daarom blijf ik mijn eerstejaarsstudenten toch gewoon een kinderbijbel aanraden.
Door Adriaan Duiveman.
Adriaan Duiveman is promovendus aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar de rol van rampen in de vorming van lokale en nationale identiteiten in de achttiende eeuw.