Recensie: Rik van der Vlugt (red.) – Historische Verhalen: 27 korte geschiedenisverhalen

Van de jonge Leidse uitgeverij Historische Verhalen verscheen onlangs de tweede druk van de naar henzelf vernoemde bundel met 27 korte geschiedenisverhalen. Het genre lijkt vooralsnog niet altijd geschikt voor historische fictie. Gelukkig zijn er een paar uitzonderingen die hoop bieden voor de toekomst.

De uitgeverij, volledig bemand door studenten en beginnende schrijvers, publiceert verhalen die nu dus gebundeld zijn, onder redactie van Rik van der Vlugt. Uit alles blijkt dat we hier te maken hebben met enthousiaste vrijwilligers die niets anders willen dan de mooiste verhalen van de geschiedenis te vertellen. Nu hoeft een verhalenbundel in principe geen hoger historiografisch doel te dienen dan het tevreden houden van de historiograaf die ook wel eens onder een dekentje op de bank wil zitten met een goed boek. En het lijkt daarom het meest logisch om dit werk ook zo te beoordelen: als een bundel goede verhalen. Helaas schiet het juist daar soms tekort, het enthousiasme ten spijt.

Te divers
Hoewel de achterflap diversiteit uit ‘alle uithoeken van de geschiedenis’ belooft, was het misschien beter geweest om te focussen op wat meer samenhang. Ten eerste omdat het overgrote deel van de verhalen zich nog altijd in Europa afspeelt. Ten tweede omdat het juist in een bundel prettig is als er een thema is. Nu gaan de verhalen van Stockholm in 1810 naar de Oude Grieken en van Waterloo naar Missouri. Had de bundel bijvoorbeeld ‘Korte verhalen uit Europa’ geheten, was het geheel al iets minder chaotisch geweest. Ook in het algemeen ontbreekt het aan balans en een consequent niveau.

Korte verhalen schrijven is al niet makkelijk. Conflict, drijfveer, spanningsboog en ontplooiing van driedimensionale personages moeten allemaal in zeer korte tijd worden op- en afgebouwd, met daarbij het liefst ook nog een beetje een gek einde en een herkenbare, innemende protagonist. In deze bundel hebben sommige auteurs slechts 3 pagina’s tot hun beschikking om dit alles klaar te spelen en moeten ze óók nog ruimte over laten voor die geschiedenis. Dan loop je al snel het gevaar dat je personages een soort lege hulzen worden die als een soort pretparkkarretje door een historisch landschap rijden, of zelfs als enige bestaansdoel hebben een ander personage te beschrijven (het zogenaamde Bella Swan-effect). Helaas vallen te veel van de auteurs die een bijdrage hebben geleverd aan de bundel in deze valkuil.

Hoofd- en bijzaken
Zo komen veel van hun personages ineens met (voor het personage) compleet irrelevante zaken aanzetten, puur om zoveel mogelijk geschiedkundige wist-u-datjes aan het verhaal toe te voegen:
“Zijn levensloop kende ik uit verhalen. Geboren uit een aanzienlijk geslacht, vertoefde graaf Axel von Fersen in zijn jonge jaren aan het Franse hof, waar hij bevriend was geraakt met de jonge koningin Marie-Antoinette. In onze familie weigerden we te geloven dat dit verder ging dan een platonische vriendschap. Daarna vocht hij tegen de Engelsen in Amerika en in Finland tegen de Russen.” (‘Jong en van Adel’)

Verder wordt er te veel gesprongen van persoonlijk naar extreem breed perspectief. De ene keer worden er ineens op een gekunstelde manier details ingevoegd om het geheel tastbaarder te maken.  Tegelijkertijd slaan sommige auteurs soms zoveel stappen over in een literaire montage dat je alweer in de volgende geschiedenisles belandt voordat je je goed en wel kon inleven. Als iemand “een vleespastei en enkele kleine voorgerechten” bestelt, wat op zich prima details zijn, dan wil ik als lezer vervolgens ook graag weten hoe dat alles bijvoorbeeld smaakte. En dan is het dus zonde om er overheen te vallen met:
“Hij bestelt een vleespastei, enkele kleine voorgerechten, wat zoet brood, fruit en een fles wijn uit de Gascogne. Na afloop van zijn maaltijd geniet hij van het restant van zijn wijn, terwijl hij een vlugschrift van Thomas Dekker leest.” (‘Een maandag in Londen, 1612’)

Dit alles, gecombineerd met chaotische toon-, perspectief- en tijdwisselingen en personages die tegen zichzelf praten geeft de verhalen een anonieme, schizofrene sfeer die erg afleidt. Soms staan er in de ‘historische context’, die na elk verhaal is toegevoegd, nog meer details dan in de verhalen zelf.

Historische context
Die uitleggerige toevoegingen na elk verhaal zijn misschien nog wel de vreemdste keuze van de hele bundel. Zowel de goede als de slechte verhalen worden er niet beter van. Echt belangrijke dingen zoals tijd en plaats moeten toch zeker voor of tijdens het verhaal al duidelijk zijn, niet erna pas, en verder zijn er maar heel weinig dingen die echt uitgelegd hoeven te worden.

Dat de geschiedenis zich ook best vaag op de achtergrond mag afspelen wordt vooral duidelijk in de bijdrage ‘De zwarte kip, brief van een ketter’, waarin wordt gecorrespondeerd met ene Bento. In de eerste plaats wordt in die correspondentie het gevoelsleven van de ik-persoon – ook dankzij de briefvorm – breed uitgemeten, en in de tweede plaats de terechtstelling van Adriaan Koerbach in de Republiek van de zeventiende eeuw. Bovendien wordt pas later in het verhaal duidelijk dat ‘Bento’ de bijnaam was van Spinoza, en dat de brieven dus aan hem gericht waren. Maar zelfs als dat nooit expliciet in de tekst genoemd zou zijn, was het nog steeds een goed kort geschiedenisverhaal geweest, of misschien zelfs nog wel beter. Het zijn namelijk niet de grote bekenden, maar de kleine details, zoals die zwarte kip, die geschiedenis als bron voor fictie interessant maken. Natuurlijk wil ik graag lezen over veldslagen, helden en overheersers. Maar dan wil ik wel weten welke kleur sokken die overheerser die ochtend aantrok. De rest kan ik ook wel in een lesboek vinden.

Gelukkig snappen sommige andere auteurs dit wél. Voltaire in een badkuip, het innerlijke conflict van de soldaat die het waagt om Ghengis Khan raak te schieten, het meisje Neeltje dat ten tijde van de Beeldenstorm een stukje scherf met daarop de glimlach van Maria in de zak van haar schort heeft, de buitenechtelijke relatie van een literair recensent uit de Sovjet-Unie, een zin als: “Zodra men Petersburg verlaten heeft, kan men nog amper van leven spreken, tenzij men van muggen en aardappelen houdt.”: Dát zijn de details die de zintuigen prikkelen en de doden tot leven kunnen wekken, waardoor de geschiedenis vanzelf ook weer vorm krijgt. Dan heb je helemaal geen historische context nodig.

Dat biedt hoop voor de toekomst. Gelukkig maar, want de uitgeverij is van plan om al in 2018 twee nieuwe bundels uit te geven. Mét thema (de middeleeuwen en de oudheid)! Leuk, want de geschiedenis kan wel degelijk in korte verhalen worden gegoten. Graag zelfs! Maar dan dus wel net iets anders: met een betere balans tussen fictie en historie, meer samenhang, en minder spelfouten. Dan kunnen de korte verhalen mij niet lang genoeg duren!


Rik van der Vlugt (red.), Historische Verhalen: 27 korte geschiedenisverhalen (Leiden: Uitgeverij Historische Verhalen, 2017), €12.50

Door Vera Oosterom

Vera Oosterom (1988) studeerde eerst Engels (bachelor en master) en daarna Geschiedenis. De raakvlakken tussen verhalen en feiten blijven interessant voor haar, maar ook de dingen die juist niet verteld worden. Inmiddels is Vera afgestudeerd en is ze haar eigen tekst- en vertaalbureau begonnen.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven