Recensie | Irene Vallejo – Papyrus

In deze tijden van smartphones, e-readers en tablets lijkt het soms alsof we wellicht aan het einde staan van de geschiedenis van een gebruiksvoorwerp dat de mensheid al duizenden jaren heeft vergezeld: het ouderwetse en vertrouwde boek. In Papyrus: Een geschiedenis van de wereld in boeken voert de Spaanse classica Irene Vallejo ons mee naar het begin, naar de op kleitabletten gekerfde epossen van Mesopotamië, de wereldberoemde en allesomvattende bibliotheek van Alexandrië, en de door de Vesuvius bedekte privébibliotheek van Lucius Calpurnius Piso in Herculaneum. En in deze reis door de klassieke wereld van het boek begeleidt Vallejo ons ook in een zeer persoonlijke en liefdevolle lofzang op wat boeken voor haarzelf en voor de wereld in het algemeen betekenen.

De verovering van de wereld

Vallejo opent haar narratief met het scheppen van een beeld van ruiters die zich door het Oude Griekenland spoeden op zoek naar boekrollen op last van hun meester, farao Ptolemaeus van Egypte. Als een van de meer literair aangelegde opvolgers van Alexander de Grote poogde Ptolemaeus om diens droom van wereldoverheersing op een metaforische wijze voort te zetten door het verzamelen van alle kennis ter wereld op een plaats: Alexandrië. Het is een passende opening voor dit boek: het punt van Vallejo is immers om aan te tonen hoeveel waarde boeken destijds hadden, en nu eigenlijk nog altijd hebben. Een boek, zo meent ze, kan de grootst mogelijke veranderingen teweeg brengen, emoties heel hoog opstoken en de doden tot leven laten komen via woorden.

Met deze introductie zet Vallejo meteen de toon: dit is een boek dat zich voornamelijk richt op de Klassieke Oudheid. Eventjes gaat zij langs Mesopotamië, waar de priesteres Enheduanna in de 23ste eeuw voor Christus de eerste bekende dichteres werd, langs het Epos van Gilgamesh, en de bibliotheek van de Assyrische koning Assurbanipal. Al gauw richt zij zich echter voornamelijk op de Griekse Oudheid, uiteraard beginnend met Homeros. Vervolgens passeren een aantal van de bekendste literaire figuren de revue: filosofen zoals Herakleitos en Plato, historici zoals Herodotos, en toneelschrijvers zoals Aeschylus en Euripides. Later, wanneer het narratief voorbij de verbranding van de bibliotheek van Alexandrië gaat, volgen we de traditionele route van de westerse geschiedschrijving naar Rome. Hier komen uiteraard figuren als Seneca, Catullus, Ovidius, Martialis en Tacitus ruimschoots aan bod.

Verre van standaard

Zoals in de vorige paragraaf omschreven klinkt het boek van Vallejo eigenlijk als niets nieuws. Talloze boeken zijn er al geschreven over Griekse en Latijnse literatuur en de progressie van het Oude Mesopotamië naar het Oude Griekenland en vervolgens naar het Oude Rome is onderhand een behoorlijk cliché geworden. Niettemin is Vallejo’s boek om een aantal redenen vernieuwend en uniek. Allereerst probeert Vallejo naast de bekende klassieke schrijvers ook aan wat onbekendere figuren in de vroegste geschiedenis van het boek het daglicht te gunnen. Zo probeert zij ook ruimte te geven aan vrouwelijke auteurs, van wie er toch verrassend veel waren ondanks het feit dat vrouwen niet geacht werden intellectueel op te treden. Enheduanna is natuurlijk als allereerste bij naam bekende auteur een goede start hiermee, maar we komen ook dichteressen uit latere tijden tegen, zoals de Griekse Sappho en de Romeinse Sulpicia.

Maar wat vooral een eigen identiteit geeft aan dit boek zijn de sprongen door de tijd en de fragmenten uit haar persoonlijke leven die Vallejo door het narratief over de Klassieke Oudheid heen weeft. Deze fragmenten zijn welkom, al kan men er soms kanttekeningen bij plaatsen. De onderdrukking en executie van enkele historici onder Keizer Domitianus wordt bijvoorbeeld opgevoerd als een ongelukkig precedent voor autoritaire machtsfiguren om kennis, en dus ook boeken, te onderdrukken. We volgen dit punt door naar de verbranding van christelijke literatuur door de heidense Romeinen, de verbranding van heidense literatuur door de latere christelijke Romeinen, en later uiteindelijk ook naar de boekverbrandingen onder de nazi’s en, voor Vallejo zelf nog relevanter, onder Franco in Spanje. Hoewel dit natuurlijk een interessant verband is, kan dit soms ook overkomen alsof zij met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis stapt en bepaalde zaken wat generaliseert. Her en der snijdt zij ook onderwerpen aan die direct toepasbaar zijn op de huidige politiek. Op de verwijdering van het n-woord uit sommige edities van Mark Twain’s Huckleberry Finn antwoordt zij zo: ‘Een gekuiste Huck Finn kan jonge lezers nog veel leren, maar ook wordt hun zo een belangrijke les onthouden: dat er een tijd was waarin bijna iedereen zijn slaven “negergebroed” noemde en dat als gevolg van die geschiedenis van onderdrukking het woord taboe is geworden.’ Deze inname van een politieke positie, wat zij overigens wel meer doet, maakt haar boek persoonlijker, maar het zorgt er ook voor dat wellicht niet iedereen dit boek evenzeer zal waarderen.

Een zeer persoonlijke lofzang op het boek

Keer op keer komt in het boek naar voren hoe fragiel en vergankelijk boeken eigenlijk zijn. Van de boekrollen van papyrus uit de Oudheid zijn nog maar enkele exemplaren bewaard gebleven op de warmere, drogere plekken van de wereld. Maar van de bibliotheek van Ptolemaeus is, zoals maar al te bekend is, niets overgebleven. Zelfs deze koninklijke poging om de wereld te veroveren is uiteindelijk ten prooi gevallen aan de tijd. Maar betekent dit dat het boek op het punt staat uit te sterven? Vallejo meent van niet: ‘De boeken met bladzijden die in de eerste eeuw zo enthousiast omarmd werden door Martialis vergezellen ons nog steeds in de 21ste eeuw; ze zijn loyaal, simpel, dragers van ons geheugen, vehikels van onze kennis, bestand tegen de beschimpingen van de tijd.’

Dit boek moet niet gelezen worden als een gedetailleerde geschiedenis van het boek. Het is heel duidelijk een persoonlijk project van een belezen Spaanse vrouw die de grootste passie uit haar leven zowel bejubelt als analyseert op historisch en filosofisch vlak. Als zodanig is het absoluut de moeite waard om te lezen en ik denk dan ook dat menige bibliofiel veel plezier zal beleven aan Papyrus.

Door Tim de Wit.


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Irene Vallejo, Papyrus. De geschiedenis van de wereld in boeken.
Meulenhoff, 2021. 536 pagina’s.
ISBN: 9789029094207
€29,99


Tim de Wit (1992) is afgestudeerd als historicus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de University of Georgia. Hij specialiseert zich in Amerikaanse negentiende-eeuwse geschiedenis – specifiek die van het Amerikaanse Zuiden, de Amerikaanse Burgeroorlog en het overheidsbeleid ten opzichte van Native Americans. In het kader van het laatste heeft hij onderzoek ter plaatse gedaan in Oklahoma over hoe de lokale volken de Amerikaanse Burgeroorlog beleefden. Tegenwoordig is hij werkzaam op het International Office van de VU en geeft hij groepsrondleidingen op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven