Recensie | Jessica van Geel & Robbert Blokland – Als je maar gelukkig bent

Op 1 april 2001 werd voor het eerst in de wereldgeschiedenis een officieel huwelijk tussen paren van het gelijk geslacht gesloten. In het stadhuis van Amsterdam konden vier koppels voor het oog van toenmalig burgermeester Job Cohen en voor afgezanten van allerlei wereldmedia in het huwelijksbootje treden.

Na 20 jaar kan dit moment inmiddels als historisch beschouwd worden. In Als je maar gelukkig bent onderzoeken Robbert Blokland en Jessica van Geel wat dit moment heeft betekend voor de emancipatie van de lhbtiq-gemeenschap in Nederland. Blokland en Van Geel, allebei journalisten, werken dit uit aan de hand van persoonlijke gesprekken met allerlei bekende gezichten uit de Nederlandse lhbtiq-gemeenschap. Hun belangrijkste vragen zijn: wat houdt het gelijkgeslachtelijk huwelijk in? Wat heeft het huwelijk voor de lhbtiq-gemeenschap opgeleverd? En hoe heeft de acceptatie van deze gemeenschap zich sindsdien ontwikkeld?

Het gelijkgeslachtelijk huwelijk

Als je maar gelukkig bent bevat vele persoonlijke bijdragen, waaronder interviews, columns en zelfs strips. De twee hoofdstukken die over het zogeheten homohuwelijk gaan, een reconstructie van de totstandkoming van de legalisatie van het huwelijk en een interview met twee deelneemsters, lijken echter de kernstukken van het boek te zijn. Hieruit blijkt al dat de term homohuwelijk an sich niet onomstreden is, omdat die onterecht op een ander soort huwelijk speciaal voor homo’s zou wijzen. Uit de reconstructie blijkt hoe een decennialange lobbyden grondslag lag aan de openstelling van het burgerlijk huwelijk. En het interview met Helène Faassen en Anne-Marie Thus, gehuwden van het eerste uur, getuigt van de omvangrijke media-aandacht die het gelijkgeslachtelijk huwelijk indertijd genereerde.

Een historisch kantelpunt

In hun interview vertellen Faassen en Thus dat ze tot op de dag van vandaag worden gevraagd om over hun leven als een getrouwd lesbisch stel te vertellen. Het homohuwelijk heeft klaarblijkelijk een niet te ontkennen bijdrage geleverd aan de juridische gelijkwaardigheid van lhbtiq’ers. Bovendien vervullen Faassen en Thus een voorbeeldfunctie: door als eerste lesbisch stel te kunnen trouwen, kunnen zij laten zien dat rechten voor lhbtiq’ers iets heel gewoons zou moeten zijn.

In de bijdragen die Blokland en Van Geel hebben verzameld komt deze voorbeeldfunctie vaker naar boven drijven. Zo blijkt uit het gesprek met Paul de Leeuw hoe het bezoek van boybandlid René Klijn aan zijn programma De schreeuw van De Leeuw in 1992 het bewustzijn van aids bij vele Nederlanders vergroot heeft. Cornald Maas, die aan deze uitzending had meegewerkt, noemt dit moment een keerpunt waarna hij openlijker over zijn seksualiteit wilde gaan praten. Andere geïnterviewden erkennen ook de impact die dit soort momenten op hun coming-out hebben gehad. De persoonlijke aanpak van Blokland en Van Geel blijkt een effectieve manier om te laten zien hoe dit soort historische kantelpunten de levens van mensen kan doen veranderen.

De lhbtiq-gemeenschap vandaag de dag

Op de vraag hoe het met de acceptatie van de lhbtiq-gemeenschap vandaag de dag staat, stemmen de antwoorden die Blokland en Van Geel hebben verzameld wat minder optimistisch. Hier verschuift het gelijkgeslachtelijk huwelijk naar de achtergrond: immers wordt, aldus Simon(e) van Saarloos, in het ‘ideaal’ van dit huwelijk niet iedereen meer ‘meegenomen’.

Sommige geïnterviewden wijzen Blokland en Van Geel dan ook op dieper gewortelde vormen van uitsluiting. Op de datingapp Grindr kwam Pete Wu veelvuldig ‘no Asians, no blacks, no femmes’ tegen. In de Pride van Amsterdam herkent Naomie Pieter zich niet, want het evenement is volgens haar te veel gericht op mannen, te wit en te commercieel. Romana Vrede concludeert zelfs dat de witte heteronorm verankerd zit ‘in het DNA’ van bijvoorbeeld de theaterwereld.

Een blik op de toekomst

Als bij verschillende organisaties, instituten en sectoren de witte heteronorm ‘in het DNA’ blijkt te zitten, ontstaat de vraag in hoeverre een ontroerend mediamoment of een belangwekkende wetswijziging werkelijk bijdraagt aan maatschappelijke verandering. Ondanks de kantelpunten uit het verleden blijven structurele vormen van uitsluiting buiten én binnen de lhbtiq-gemeenschap voortbestaan. Misschien hadden Blokland en Van Geel dan ook een conclusie toe kunnen voegen om een blik op de toekomst te kunnen werpen. Hoe zou de lhbtiq-gemeenschap de komende 20 jaar op een structurele manier gelijkwaardigheid na kunnen streven?

Desalniettemin lijkt de belangrijkste conclusie van Als je maar gelukkig bent dat het boek zelf hierheen al de eerste stap zet. Het boek vervult wellicht de voorbeeldfunctie die het gelijkgeslachtelijk huwelijk ook had, 20 jaar geleden. De vele levensverhalen die dit boek omvat wisten ook mij, als jonge homoman, te raken, ontroeren of te prikkelen. Te midden van de huidige pandemie is de impact van dit soort persoonlijke verhalen waarschijnlijk alleen maar groter.

Door Arent Boon.


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Jessica van Geel & Robbert Blokland, Als je maar gelukkig bent.
Nijgh & Van Ditmar, 2021. 320 pagina’s.
ISBN: 9789038809151
€20,99


Arent Boon is onderzoeksmasterstudent Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij behaalde zijn BA aan het University College te Amsterdam (2018). Momenteel schrijft hij zijn afstudeerscriptie over definities van meerstemmigheid in de museumtheorie. Naast redacteur bij Jonge Historici is hij ambassadeur van het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome (KNIR).

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven