Abraham Kuyper (1837-1920) was één van de Nederlandse politieke kolossen van de negentiende eeuw en nog steeds zijn enkele van zijn wapenfeiten een belangrijk onderdeel van de huidige maatschappij. Zo was hij verantwoordelijk voor het stichten van de eerste Nederlandse politieke partij waar men officieel lid van kon worden (de Anti-revolutionaire Partij) en is hij de bekendste stichter van de Vrije Universiteit van Amsterdam, waar hij lange tijd als hoogleraar doceerde. Daarnaast was hij een van de grootste voorvechters van religieuze vrijheid en vrijheid van onderwijs. Los hiervan heeft de heer Kuyper buiten gereformeerde kringen wellicht een ietwat stoffig imago gekregen. Niet terecht, zo meent de Nederlandse historicus en journalist Johan Snel, die in zijn nieuwe boek De Zeven Levens van Abraham Kuyper: Portret van een Ongrijpbaar Staatsman, de verschillende fascinerende facetten van een van Nederlands invloedrijkste politici probeert uit te lichten.
Zeven door elkaar heenlopende levens
De leidraad van Snels biografie van Kuyper is een kort autobiografisch document dat Kuyper in 1912 schreef, rond het einde van zijn actieve politieke carrière. Hierbij heeft Kuyper een zevental beschrijvingen van zichzelf genoteerd, te weten ‘Alpinist’, ‘Reiziger’, ‘Spreker’, ‘Wetenschapper’, ‘Activist’, ‘Journalist’ en ‘Staatsman’. In deze volgorde heeft Snel dan ook zijn boek ingedeeld. Sommige van deze hoofdstukken zijn zeer fascinerend, zoals Kuypers passie voor bergwandelingen, die Kuyper zelf toeschreef aan diens gedeeltelijk Zwitserse afkomst. Een prachtige foto die bij dit hoofdstuk staat toont een Kuyper in 1876 die met een volle baard en Alpinistenkleding poseert voor een bergachtige achtergrond. Het doet wel iets om het traditionele beeld van Kuyper wat op te schudden. De andere hoofdstukken slagen er ook absoluut in om de meerdere facetten van Kuyper uit te beelden, zoals bijvoorbeeld Kuypers haast fanatieke steun voor de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika die streden tegen het Britse imperialisme.
En toch knelt de opsplitsing in zeven ‘levens’ soms wat. Zo heeft Snel duidelijk een hoofdstuk gewijd aan de reislust van Abraham Kuyper, maar komen die reizen ook weer terug in het hoofdstuk over Kuyper als staatsman. Ook de journalistieke carrière van Kuyper komt her en der terug in hoofdstukken waar deze niet perse verwacht wordt. Het is natuurlijk onmogelijk om de verschillende kanten van de man Kuyper geheel van elkaar te splitsen, maar dit zorgt er soms voor dat deze indeling wat gekunsteld overkomt. Een ander zwaktepunt is dat Snel, omdat hij voor deze indeling heeft gekozen, hierdoor ieder hoofdstuk chronologisch opnieuw laat beginnen om dit aspect van Kuyper van begin tot eind weer te geven. Het boek komt hierdoor soms wat warrig over, en regelmatig passeren al besproken onderwerpen opnieuw de revue.
Biografie of hagiografie?
De schrijver van dit boek, Johan Snel, heeft veel op met Kuyper. Zoveel wordt al vrij snel duidelijk wanneer men dit boek leest, en in interviews met bijvoorbeeld De Gelderlander ter gelegenheid van het uitbrengen van De Zeven Levens van Abraham Kuyper, waarin hij Kuyper beschrijft als een profeet die waarschuwde voor de seculiere ideologieën die in de twintigste eeuw voor gruwelen als de Holocaust zouden zorgen. Deze context is belangrijk om in het achterhoofd te houden bij het lezen van zijn boek, want men moet hard speuren om een negatief woord over Kuyper te ontwaren. Waar minder positieve kanten van Kuyper besproken worden, worden deze vaak weggezet als luchtige, haast komische episodes. Bijzonder twijfelachtig is dat Snel Kuypers geloof in de dominantie van de Joden in de media en het verval van de Christelijke beschaving tot een die gedomineerd werd door het Jodendom verklaart als een kritiek op de ‘Liberalisten’ en meent dat Kuyper de Joden als diens ‘beste vrienden’ zag.
Een goed voorbeeld van deze haast hagiografische schrijfstijl wordt duidelijk wanneer men vergelijkt hoe Snel schrijft over twee incidenten omtrent het weerhouden van onderscheidingen: aan het begin van het boek beschrijft Snel hoe Kuyper in 1907 door diens opvolger als premier, Pieter Rink, niet de onderscheiding van Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw toebedeeld krijgt, maar Kuypers aartsrivaal jonkheer Willem Hendrik de Beaufort wel. Snel omschrijft dit als een ‘affront’ en benoemt dat Kuyper in 1912 gelukkig alsnog zijn verdiende titel krijgt. Maar bijna aan het einde van het boek, in het hoofdstuk van Kuyper als staatsman, benoemt Snel dat Kuyper tijdens diens premierschap in 1901-1905 ‘zoete wraak’ nam op een aantal rivalen door te weigeren hen voor te dragen voor onderscheidingen. Het verschil in toon voor wat eigenlijk heel vergelijkbare affronten zijn is vrij scherp.
Eindoordeel
De Zeven Levens van Abraham Kuyper slaagt op een aantal punten. Het schudt het beeld dat men kan hebben van Abraham Kuyper als een stoffige historische figuur op en presenteert ons in plaats daarvan met een actieve, sportieve wereldreiziger en intellectueel die eigenlijk veel internationaler georiënteerd was dan men wellicht had verwacht. Zo had Kuyper contacten in heel Europa, deed hij lezingen in de Verenigde Staten, dineerde hij met President Kruger van de Transvaal, en had Keizer Wilhelm II van Duitsland een zwak voor hem. Niettemin is het beeld dat Snel van Kuyper schetst wellicht wat gekleurd: van kritiek op Kuyper is in bijna het hele boek geen sprake. Daarnaast is de schijfstijl van het boek af en toe wat wollig en springt het verhaal vaak van hot naar her, wat onvermijdelijk is met de gekozen indeling
Indien men deze zaken in het achterhoofd houdt is het absoluut de moeite waard om dit boek te lezen wanneer men een nieuw beeld wil krijgen van een van de voornaamste voorvechters van de religieuze vrijheid en de scheiding tussen Kerk en Staat in Nederland, zij het vanuit het perspectief van iemand die Kuyper op handen en voeten draagt.
Door Tim de Wit.
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
Johan Snel, De Zeven Levens van Abraham Kuyper: Portret van een Ongrijpbaar Staatsman.
Uitgeverij Prometheus 2020. 400 pagina’s.
ISBN: 9789044645088
€25,00

Tim de Wit (1992) is afgestudeerd als historicus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de University of Georgia. Hij specialiseert zich in Amerikaanse negentiende-eeuwse geschiedenis – specifiek die van het Amerikaanse Zuiden, de Amerikaanse Burgeroorlog en het overheidsbeleid ten opzichte van Native Americans. In het kader van het laatste heeft hij onderzoek ter plaatse gedaan in Oklahoma over hoe de lokale volken de Amerikaanse Burgeroorlog beleefden. Tegenwoordig is hij werkzaam op het International Office van de VU en geeft hij groepsrondleidingen op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.