Het is, vind ik, altijd leuk om een historische film tegen te komen die een wat kleiner onderwerp aan het licht brengt. Zo ook JOY: the Birth of IVF. Of nou ja, klein: in 2019 werd 1 op de 30 kinderen geboren na een IVF (in vitro fertilisatie)-behandeling. Hoe deze behandeling in de jaren ’70 tot een succes heeft kunnen uitgroeien, leren we in deze film.
Zelf ben ik ook door middel van IVF geboren, dus de film wekte meteen mijn interesse. Ik wist al dat de eerste ‘reageerbuisbaby’ (slechte term overigens, het gebeurt in een petrischaaltje!) werd geboren in 1978. Maar veel meer had ik eigenlijk nooit over de geschiedenis van de behandeling gelezen. JOY vertelt het verhaal van het Engelse team dat zo’n 10 jaar lang aan IVF werkte. De betrokken experts waren bioloog Robert Edwards en gynaecoloog Patrick Steptoe, maar verreweg de grootste rol is weggelegd voor verpleegster en labtechnicus Jean Purdy.
Voor vrouwen, door vrouwen
De film begint met een voiceover waarin Robert Edwards uitlegt hoe belangrijk Jean Purdy was. Deze woorden heeft hij echt over haar gezegd: er waren namelijk in 1980 plannen voor een gedenkplaat voor IVF, waar Purdy niet op werd vermeld. Edwards protesteerde hier tegen, maar pas in 2015 kwam haar naam op een gedenkplaat terecht. Purdy overleed in 1985 en heeft dit niet meer kunnen meemaken; mede daarom is deze film duidelijk een poging om specifiek haar meer erkenning te geven. Purdy bedacht misschien niet de techniek achter de behandeling, maar hield alle bevindingen minutieus bij en hielp met het doen van tests. Toen ze een paar maanden verlof nam om voor haar zieke moeder te zorgen, moest het onderzoek tijdelijk worden stilgelegd. Een ander onderdeel van Purdy’s prominente rol in het verhaal is dat het een behandeling die zo’n impact heeft op vrouwen ook een vrouwelijk gezicht geeft. We kunnen met haar als hoofdpersoon zowel door een wetenschappelijke lens, als door een ‘vrouwelijke’ lens bekijken. Om haar nog nauwer met het verhaal te verweven, lijdt Purdy in de film aan endometriose, waardoor ze zelf geen kinderen kan krijgen. Hier is in het echt alleen geen bewijs voor; ze leed aan een ziekte waardoor ze vaak pijn had, maar over haar eigen vruchtbaarheid weten we niets.
Iets te dik aangezet
Ook andere details over Purdy’s leven zijn wat door elkaar gehusseld. Zo is ze volgens de film uit haar kerk gezet omdat de Kerk het niet eens was met haar werk. Het is zeker waar dat IVF nogal controversieel was bij de Kerk, en in sommige landen is het hierom nog steeds verboden. Purdy is zelf alleen niet uit de kerk gezet. Een vriend van Purdy liet commentaar achter op de IMDB-pagina van de film waarin hij zegt het niet eens te zijn met haar vertolking in de film: de echte Purdy was een toegewijd christen en had geen onbeschermde seks zoals in de film. Vonden de filmmakers het beter om een meer ‘moderne’ vrouw als pionier van IVF te laten zien? In de film is Purdy het aanvankelijk wel weer oneens met de abortussen die in het ziekenhuis waar ze werken worden uitgevoerd. Ook wordt haar verlof om voor haar moeder te zorgen neergezet als een ruzie tussen haar en Edwards, waarna ze ontslag neemt. Als we deze vrouw dan toch haar plek in de geschiedenis willen teruggeven, kunnen we net zo goed haar verhaal zo kloppend mogelijk laten zien, lijkt mij. Toch is film-Jean gelukkig een sympathiek personage en werd ik meteen verdrietig toen ik in de aftiteling las dat ze al in 1985 overleed, zonder gedenkplaat.
Een goed tijdsbeeld
Toch doet de film naar mijn mening vooral veel goed. De ontwikkeling van de IVF klopt in grote lijnen, net als dus de reactie van kerk en maatschappij op de behandeling. In Nederland is het inmiddels niet weg te denken als optie, maar in het begin was men bang dat kinderen met allerlei afwijkingen geboren konden worden. Vanuit de Kerk waren (en zijn) er bezwaren over overgebleven embryo’s en de manier waarop mensen zich ‘horen’ voort te planten. De samenhang tussen abortus en IVF wordt mooi samengevat door zuster Muriel Harris, tegen een twijfelende Jean Purdy: “wij geven vrouwen een keuze”. Een ander leuk detail is dat de vrouwen die aan de eerste rondes behandelingen meedoen zichzelf écht de ‘Ovum Club’ noemden. Net als in de film bevestigen deze vrouwen dat ze zich onderdeel van iets groters voelden; ook als het niet voor hen zou werken, dan misschien wel voor andere vrouwen in de toekomst. De aankleding van de film is mooi subtiel: ouderwetse Britse straten en kostuums die langzaam maar zeker van de jaren ’60 naar de jaren ’70 overgaan. Alles samen geeft het een goed tijdsbeeld van een verhaal waarin wetenschap en maatschappelijke ontwikkelingen samenkomen.
JOY is een mooie film, en alhoewel ik misschien wat bevooroordeeld ben wegens persoonlijke interesse in het onderwerp, zeker de moeite waard. Toen de eerste IVF-baby eindelijk wordt geboren, was ik net zo ontroerd als de personages. Het persoonlijke verhaal van de hoofdpersoon had wat dichter bij de waarheid kunnen blijven, maar ik ben toch blij dat ik haar heb leren kennen; zonder haar had ik hier niet gezeten!
Door Stella van Ginkel
JOY – the birth of IVF (2024)
Regie Ben Taylor
met o.a. Thomasin McKenzie, James Norton en Bill Nighy
te zien op Netflix