Recensie | Marie-Janine Calic – Tito. Der ewige Partisan

Josip Broz Tito was een gevierd wereldleider. Een apart lemma op Wikipedia geeft een opsomming van de meer dan honderd ridderordes en onderscheidingen die hij door de jaren kreeg. Hoe kon het dat een boerenzoon van eenvoudige komaf het zo ver schopte? In de compacte biografie Tito. Der ewige Partisan beantwoordt Marie-Janine Calic deze vraag met verve.

De partizanenleider

De voortekenen waren allerminst gunstig voor Tito. Hij werd in 1892 geboren in een arme streek in Kroatië, toen nog onderdeel van Oostenrijk-Hongarije. Acht van de vijftien kinderen uit het gezin stierven tijdens of kort na hun geboorte en er was vaak honger. Niet geheel verrassend voelde hij zich al op jonge leeftijd aangetrokken tot het socialisme. Als hij tijdens de Eerste Wereldoorlog in Russische krijgsgevangenschap komt, is hij getuige van de Oktoberrevolutie en bekeert hij zich tot het communisme. In de daarop volgende jaren klimt hij op tot secretaris-generaal van de illegale Communistische Partij van Joegoslavië.

Als de Tweede Wereldoorlog Joegoslavië bereikt, groeien de communisten, geleid door Tito, uit tot de belangrijkste verzetsbeweging. Onder de slogan ‘Dood aan het fascisme – vrijheid voor het volk’ plegen de partizanen, zoals zich noemen, aanslagen en saboteren ze vijandelijke doelen. De partizanen vechten niet alleen tegen de Duitse en Italiaanse bezetters, maar ook met Joegoslavische partijen, zoals de collaborerende fascistische Ustašabeweging en de Servische Tsjetniks. Deze laatsten zijn weliswaar anti-Duits, maar willen de vooroorlogse monarchie herstellen terwijl de partizanen voor een socialistische staat zijn. Er ontstaat een burgeroorlog in een oorlog, waarbij over en weer gruwelijke moordpartijen worden gepleegd.

Broederschap en eenheid

De partizanen proberen de verschillende Joegoslavische volkeren te verenigen om een breed gedragen bevrijdingsleger op poten te zetten. ‘Broederschap en eenheid’ is daarbij hun parool. Gesteund door de geallieerden lukt het de partizanen in 1945 na jaren van zware strijd en ontberingen om Joegoslavië te bevrijden. Tito weet zijn positie als leider te handhaven en Joegoslavië wordt een federatie waarin de vijf volkeren, Slovenen, Kroaten, Serviërs, Macedoniërs en Montenegrijnen, allemaal een gelijkwaardige stem hebben (de Bosniërs krijgen pas in de jaren zestig de officiële status van zesde volk).

Het nieuwe Joegoslavië was geschoeid op Sovjetleest, wat inhield dat er maar één partij was: de communistische. Maar ondanks de bewondering voor het Moskouse model kwam het al snel tot een breuk tussen Tito en Stalin, waarbij machtspolitieke factoren een grote rol speelden. Joegoslavië kwam tussen de twee machtsblokken van de Koude Oorlog in te liggen. Tito wist deze positie handig uit te buiten doordat zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie uit het strategisch belangrijke Joegoslavië niet in de armen van de tegenstander wilde drijven.

Standbeeld van een partizaan in Slovenië ter nagedachtenis aan de “slachtoffers van het fascisme”. Foto door recensent genomen.

De populaire dictator

Vanaf de jaren vijftig liberaliseerde Joegoslavië. Op economisch vlak werden de teugels los gelaten en ontstond er een soort marktsocialisme. Ook was er meer ruimte voor pluralisme – zij het binnen bepaalde marges. In tegenstelling tot inwoners van de landen achter het IJzeren Gordijn konden Joegoslaven naar het westen reizen. Tito was zelf misschien nog wel het meest reislustig. Samen met leiders van landen als India, Egypte, Ghana en Indonesië was hij de drijvende kracht achter de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Anders dan veel voormalige koloniale grootmachten, sprak Tito op basis van gelijkwaardigheid met Afrikaanse en Aziatische leiders en met zijn anti-imperialistische retoriek oogstte hij wereldwijd lof. Iedereen, van presidenten tot Hollywoodsterren, wilde met hem gezien worden. In 1973 werd hij zelfs voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede.

De sterrenstatus van Tito en alle lofuitingen die hem ten deel vielen, staan in schril contrast met de koelbloedige manier waarop Tito met zijn tegenstanders afrekenende. Niet alleen tijdens de oorlog en in de periode van vergelding daarna, maar rond de breuk met Stalin werden dissidenten gruwelijk gestraft. Ook was de vrijheid van meningsuiting beperkt en waren er geen vrije verkiezingen. Het zijn deze elementen die rechtvaardigen dat Tito’s biografie verschijnt als onderdeel van de serie Diktatoren des 20. Jahrhunderts.

Tegelijkertijd onttrekt het politieke systeem dat Tito optuigde zich volgens Calic aan de gangbare definitie van een autocratie. Tito’s macht berustte niet alleen op een monopolie van de partij en een uitgebreid politieapparaat. Zijn populariteit en charisma en de relatieve vrijheid in het land legitimeerden zijn positie net zozeer. Ook het feit dat hij de teugels in de jaren vijftig liet vieren en aan het einde van zijn leven zijn opvolging al regelde, past niet in het gangbare plaatje van een machtsbeluste dictator.

Goli Otok, ‘het naakte eiland’, een strafgevangenis en werkkamp waar na de breuk met Stalin tegenstanders van het regime onder erbarmelijke omstandigheden werden opgesloten. Foto door recensent genomen.

Tito’s erfenis

Met Tito. Der ewige Partisan schreef Calic niet alleen een biografie van Tito, maar ook van het land dat hij vijfendertig jaar lang vormgaf. Ze laat zien hoe zijn figuur Joegoslavië bijeenhield – al verschenen de eerste barsten al voor Tito’s dood. Een minpuntje hierbij is dat de geschiedenis van Joegoslavië in het boek helaas vooral beperkt blijft tot de politieke ontwikkelingen en internationale betrekkingen. Een blik van meer onderop was daarom op sommige punten welkom geweest.

De omgang met Tito’s nalatenschap komt er eveneens wat bekaaid vanaf. Calic stipt weliswaar alle belangrijke thema’s aan, maar voor de minder ingevoerde lezer zou bijvoorbeeld een meer expliciete koppeling naar de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog helpen om te begrijpen waarom in het onafhankelijke Kroatië van de jaren negentig Tito’s naam zo nadrukkelijk uit het straatbeeld werd gepoetst.

Toch doen deze kleine kanttekeningen niets af aan Calic’ prestatie. Het is haar gelukt om een analytisch zeer sterk portret te schetsen van één van de markantste politici van de twintigste eeuw.

Door Koen Smilde.


Marie-Janine Calic, Tito. Der ewige Partisan. Eine Biographie.
Uitgeverij C.H. Beck, 2020. 442 pagina’s.
EAN: 9783406755484
€30,99


Koen Smilde (1985) studeerde geschiedenis in Rotterdam, Wenen en Amsterdam. Zijn interesse gaat onder meer uit naar de twee totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw en de omgang met hun erfenis. Hij werkt bij het NIOD aan het crowdsourcing project Adopteer een dagboek.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven