Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is een debat gaande: was de Katholieke Kerk goed of fout tijdens de oorlog? Heeft zij de nazi’s tegengewerkt of geholpen in hun vervolging van de Joden? Of stond de Kerk aan de zijlijn, passief, doelloos en nutteloos? Rolf Hochhuth, een protestantse toneelschrijver, wist het wel. In zijn in 1963 verschenen toneelstuk Der Stellvertreter (‘de Plaatsvervanger’) schilderde hij paus Pius XII af als een doortrapte politicus, die het beter achtte zich niet uit te spreken tegen de Jodenvervolgingen en zo meehielp aan de tragedie van de Holocaust. Hochhuth creëerde hiermee een beeld dat is blijven hangen, namelijk van een paus die zich afzijdig hield tijdens één van de grootste menselijke drama’s van de bekende geschiedenis. David Cornwell schreef in 1999 het boek Hitlers Pope. The Secret History of Pius XII, waarin hij nog verder gaat dan Hochhuth: Pius hielp mee aan het legitimeren van Hitlers machtspositie.
De Amerikaanse historicus en rabbi David Dalin publiceerde in 2005 het boek The Myth of Hitler’s Pope: How Pope Pius XII Rescued Jews from the Nazis. Zoals de titel van het boek al aangeeft, was dit een poging Pius te rehabiliteren. Het leidde tot veel controverse: lang niet iedereen wilde aanvaarden dat de paus niet zo anti-Joods was geweest als werd aangenomen. Daarbij was het verkeerd citeren van Albert Einstein niet bevorderlijk voor de betrouwbaarheid van het boek.
De geheime agenda van de paus
Het meest recente boek van de Amerikaanse essayist, politiek analyticus en historicus Mark Riebling, Spionnen van de paus. Het Vaticaans complot van Pius XII tegen Hitler, is een nieuwe aanvulling op dit debat. Chronologisch neemt Riebling de lezer mee door het Vaticaanstad van de jaren ’40 en toont zo een hele andere paus Pius XII dan tot nu toe overheersend was. Pius was volgens Riebling allesbehalve een doortrapte politicus die zich afzijdig hield. Zijn rol ten opzichte van het nationaalsocialisme was in de jaren ’30 nog wat dubieus. Maar toen Duitsland in 1939 begon met het vervolgen van de Joden in Polen, liet hij een encycliek uitgaan, Summi Pontificatus, waarin hij de gelovigen voorhield dat alle mensen gelijk zijn: er bestaat noch Jood, noch niet-Jood.
Dit was de laatste keer dat Pius zich tijdens de oorlog zou uitspreken tegen nazi-Duitsland en tegen de Jodenvervolgingen. In Duitsland werd namelijk met brute represailles gereageerd op de encycliek. Geestelijken en kerkelijke gebouwen kregen het hierbij zwaar te verduren. Pius besefte dat iedere keer als hij zich uitsprak tegen de acties van de nazi’s, zij zouden reageren met represailles. Op 20 maart nam hij voor het laatst het woord ‘Jood’ in de mond. 20 maart is de eerste dag dat hij begon met het opzetten van een spionnennetwerk. Riebling legt duidelijk het verband tussen deze twee gebeurtenissen en trekt hieruit de conclusie dat Pius ‘ondergronds’ ging, omdat hij bang was dat openbare acties meer kwaad dan goed zouden doen.
In de daaropvolgende zes jaar zou dit netwerk, onder directe leiding van paus Pius, zich uitbreiden tot een grootschalige geheime organisatie. Vaticaanstad was het centrum van waaruit lijntjes liepen naar Duitsland, Italië, Frankrijk, Nederland en Engeland. Priesters en leken werden hiervoor ingeschakeld. Tot welk doel? Het plegen van een aanslag op het leven van de aanstichter van al het kwaad: Adolf Hitler. De Holocaust komt in het boek van Riebling niet nadrukkelijk op de voorgrond, maar speelt op de achtergrond een voortdurende rol. De schrijver laat duidelijk merken dat de vervolging en vernietiging van de Joden voor Pius de belangrijkste reden was om te kiezen voor een moordaanslag op Hitler. Dat Hitler ondanks meerdere pogingen toch steeds ontkwam, werd geweten aan ‘duivels geluk’.
Een historische thriller
Riebling heeft een prettige schrijfstijl, dat van dit boek een absolute page-turner heeft weten te maken. Het heeft alle kenmerken, van de titel tot de omslag, van een thriller van Dan Brown. Hij gaat in op details, laat zijn hoofdpersonages spreken in dialogen en laat de lezer meekijken in hun hoofden. De dunne scheidslijn tussen feiten en fantasie blijft echter bewaard, omdat Riebling zich baseert op gedegen en uitgebreid bronnenonderzoek, waaronder een grote hoeveelheid secundair materiaal, maar ook de Vaticaanse archieven, archieven van Duitse en Britse geheime diensten, en dagboeken en brieven van de hoofdrolspelers. Riebling is niet de eerste die deze bronnen heeft bestudeerd, maar hij is wel de eerste die zoveel bronnen uit zoveel verschillende hoeken bij elkaar heeft gebracht.
Een nieuw inzicht
Dankzij dit bronnenonderzoek geeft Spionnen van de paus een nieuw en verhelderend inzicht in de geschiedenis van het verzet tegen Hitler en de positie van de Kerk hierin. Paus Pius XII stond niet aan de kant van het nationaalsocialisme en heeft niet lijdzaam toegekeken hoe zes miljoen Joden werden vermoord. Dit is niet het nieuwe inzicht dat Riebling geeft, want er zijn andere auteurs geweest die deze mening al waren toegedaan. Maar dat Pius actief heeft bijgedragen aan verregaande plannen voor een moordaanslag op Adolf Hitler kan wel als een spectaculair nieuw inzicht gezien worden. Om die reden is dit boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust en de geschiedenis van de Katholieke Kerk een must-have.
Mark Riebling, Spionnen van de paus. Het Vaticaans complot van Pius XII tegen Hitler (Uitgeverij Lannoo, 2015), 392 blz., €29,99.
Door Rik Mets
Rik Mets volgt de master Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en heeft zich met name verdiept in publieksgeschiedenis en de geschiedenis van het lichaam. Op dit moment is hij bezig met zijn stage bij de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom en zijn masterscriptie over de behandeling van stotteren in Nederland tussen 1930 en 1980. Daarnaast maakt hij graag tijd vrij voor een film of goede literatuur. Rik heeft 4 gepubliceerde boeken op zijn naam staan en heeft plannen voor een 5e.