‘Ik heb woorden gehaat en ik heb van ze gehouden’ – De Boekendief, Markus Zusak
The Book Thief draait momenteel in de bioscoop. Onze recensente Jacqueline Reeuwijk wierp een blik op het gelijknamige boek van Markus Zusak waarop de film gebaseerd is.
De haat-liefde verhouding tussen Liesel Meminger en woorden loopt als een rode draad door het oorlogsverhaal De Boekendief. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog wordt de analfabetische Liesel op 10 jarige leeftijd overgebracht naar Molching, een Duits plaatsje dichtbij München. In een van de armste straten wonen de ietwat knorrige Rosa Hubermann en haar lieve man Hans, Liesels toekomstige pleegouders. Hans wint het vertrouwen van de angstige Liesel, en leert haar lezen en schrijven met de schaarse middelen die ze bezitten. Het meisje raakt betoverd door woorden, maar ontdekt na verloop van tijd dat hetzelfde alfabet dat haar zo kan beroeren ook de oorlog veroorzaakt heeft. De indringende speeches en giftige woorden van Hitler laten het Duitsland van de jaren ’30 immers niet onbewogen. Liesel groeit redelijk onbezorgd op; ze voetbalt op straat met haar vriendjes (vooral Rudy Steiner), leert beter lezen en schrijven en haalt kattenkwaad uit. De oorlog drukt echter steeds prominenter een stempel op het leven van Liesel en haar pleegouders, vooral als ze de Joodse Max een onderduik adres bieden. Spanning, onzekerheid en verlies worden een groter onderdeel van Liesels leven.
Je zult misschien denken …’alweer een roman over de Tweede Wereldoorlog?’ Dit boek kent echter een zeer originele invalshoek en zal zeker een nieuwe kijk geven op de oorlog die Europa (en de wereld) voorgoed veranderde. Markus Zusak vertelt het verhaal door de ogen van een tienjarig Duits meisje. Het is fascinerend hoe hij de gruwelijke gebeurtenis weet over te brengen in simpele kinderlijke beelden. Duitse officieren die op zoek zijn naar bruikbare schuilkelder beschrijft hij bijvoorbeeld als “Jassenmannen” en bommenwerpers als “Vliegtuigen als Ribbenkasten.” Door deze bijna naïeve kinderlijke beelden laat Zusak heel duidelijk naar voren komen hoe absurd en onlogisch een oorlogssituatie is.
Wie echter een spannend jongensachtig oorlogsverhaal verwacht, komt bedrogen uit. De Boekendief is geen aaneenschakeling van spannende gebeurtenissen die je in een oorlogsroman misschien zou verwachten. Het is en verhaal over doodgewone mensen, met alledaagse bezigheden. Wel is heel duidelijk te zien hoe de naderende oorlog steeds meer grip krijgt op het dagelijks leven van de mensen in de Himmelstrasse. Zusak weet het zo te beschrijven dat zelfs de lezer een benauwend en drukkend gevoel krijgt. Het enigszins trage begin van het boek wordt ruimschoots goedgemaakt en opgevolgd door een indringende beschrijving van bijzondere vriendschappen, dappere daden en pijnlijk verlies.
Een groot nadeel van het boek is dat het verhaal blijft zweven tussen een sprookje en de werkelijkheid. Zusak beschrijft aan de ene kant een realistisch beeld van het dagelijks leven van Duitsers aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog; de jongens gaan naar de Hitlerjugend, er zijn boekverbrandingen en ook tijdens de oorlog zijn de situaties naar waarheid beschreven. Aan de andere kant is de boekenobsessie van Liesel (hoe mooi Zusak het ook beschrijft) erg onrealistisch. Wie zou er een boek stelen in plaats van eten als je compleet uitgehongerd bent? Ook het terloopse liefdesverhaal tussen Rudy en Liesel doet sprookjesachtig aan. De hints en verwijzingen naar een oprechte liefde tussen de twee zijn ruimschoots aanwezig, maar krijgen zij op latere leeftijd, net als in een sprookje, ook de kans op een happy end? Daarnaast gebruikt Zusak de Dood als alwetende verteller waardoor het verhaal ook een sterk fictief element blijft houden. Het is overigens opvallend hoe persoonlijk, gevoelig, en ja…. bijna levendig de Dood als personage wordt neergezet. Nooit eerder heb ik de Dood horen klagen over de drukke periode tijdens de bezetting van Stalin of de Tweede Wereld Oorlog, tot aan dit boek. Hier bewijst Zusak zijn originaliteit, ironische humor en zijn talent voor creatief taalgebruik.
Qua historische feiten heeft Markus Zusak zich af en toe wat literaire vrijheid gegund. Het Duitse plaatsje Molching waar Liesel opgroeit bestaat bijvoorbeeld niet en ook de beschrijving van de stoet lopende Joodse gevangenen die op weg zijn naar Dachau klopt maar gedeeltelijk. Dit concentratiekamp stond juist bekend om de vele christelijke gevangenen, homo’s en politieke tegenstanders. Pas tegen het einde van de oorlog werden ook hier Joden te werk gesteld. In het boek lijkt het echter alsof dit kamp juist alleen uit Joden bestaat. Daarnaast liepen de gevangenen niet het laatste stuk naar het kamp zoals dat in het boek gebeurt, maar werden ze per trein naar het kamp vervoerd. De Joodse marsen kwamen pas aan het einde van de oorlog als ontruimingspoging van de concentratiekampen door de Duitse officieren, en leidde juist weg van de kampen.
Ondanks deze historische slippertjes heeft Zusak een prachtig en (ogenschijnlijk) realistisch beeld neergezet van een doodgewoon tienermeisje in oorlogstijd die verslingerd raakt aan het lezen (en stelen) van boeken. Een verhaal van een meisje dat via woorden en zinnen kan wegdromen en ontsnappen uit een wereld vol onzekerheid, verdriet, dood en verderf.
Jacqueline Reeuwijk (1988) is momenteel bezig met een Master Geschiedenis aan de Universiteit Leiden (specialisatie Political Culture and National Identities). Zij richt zich vooral op de ontwikkeling van de Britse nationale identiteit in de negentiende eeuw, maar deed in haar Bachelor scriptie ook onderzoek naar nationalisme tijdens grote sportevenementen. Naast studeren sport zij fanatiek en is zij zeker drie keer per week terug te vinden op de squashbaan.