Recensie: Mr. Turner. Meer dan alleen het vangen van het licht

Het drie uur durende anti-epos over het werk en leven van William Turner lijkt bij vlagen meer op een schilderij dan een film. Dankzij de adembenemende beelden, briljante acteerprestaties en de vernieuwende kijk verveelt de film, ondanks het gebrek aan plot, geen moment.

John Willam Mallord Turner werd op 23 april 1775 geboren boven de kapperszaak van zijn vader in Covent Garden, Londen. Regisseur Mike Leigh (Vera Drake, Happy-Go-Lucky) begint zijn verfilming van het leven van een van de bekendste Engelse schilders in de eeuw daarna. Turner is op dat al moment al sinds zijn dertiende toegelaten op de Royal Acadamy of Arts. Zijn moeder is inmiddels overleden, zijn vrouw en kinderen wonen niet meer bij hem in en zijn vader, dienstmeid en katten zijn vaker thuis dan Turner zelf. Bij het openingsshot van de film wordt al meteen duidelijk waarom.

Starend naar een oud-Hollands landschap zou je als kijker bijna vergeten dat je naar een film zit te kijken, totdat er twee dames het beeld in komen lopen. In de hoek van het scherm staat Turner met een schildersezel, die net zoals de camera het uitzicht op doek probeert te vereeuwigen. Gedurende de hele film wanen we ons zo op meerdere manieren in een levend schilderij. De montage is zo vloeiend dat de shots bijna als waterverf in elkaar overlopen. Het verhaal daarentegen is zodanig dun opgezet dat we vrij weinig te weten komen over wat er in Mr. Turner omgaat, en het niet altijd even makkelijk is om sympathie voor hem op te brengen. Het helpt hierbij niet dat de schilder de meeste vragen met “urghblm” beantwoordt, en je hem bovendien bijna ruikt als hij in beeld verschijnt.

“I’m not Hollywood”

Was dat Leigh’s bedoeling? Waarschijnlijk wel. De vraag waarom hij zijn ‘Mr. Turner’ zo “unlikeable” had gemaakt, beantwoordde hij simpelweg met: “I’m not Hollywood.” Officieel draait een ‘biopic’ (biographical picture) vooral om het dramatiseren van een historisch figuur, waarbij ‘gedramatiseerd’ niet gelijk staat aan ‘fictief’. In tegendeel, biopics zouden veel dichter de werkelijkheid moeten raken dan veel andere genres. Voor historici dus interessant, in theorie. Helaas wordt het doel van de biopic vaak door Hollywood geinterpreteerd als: schilder de hoofdpersoon zo veel mogelijk af als geromantiseerde held (zie Schindler’s List). Leigh’s Turner is eindelijk eens beslist geen geromantiseerde held.

Zijn personage, een meesterwerk van acteur Timothy Spall, is op zijn best wisselvallig en wordt vooral gespiegeld aan de mensen die hij achterlaat. Nu eens rochelt hij en blaft hij naar zijn vrouw en kinderen, dan weer lacht hij bijna aandoenlijk naar zijn maîtresse, Sophia Booth (Marion Bailey). Turner beschreef zichzelf eens als “the great lion of the day”. Zijn excentrieke zelfverzekerdheid die net niet grenst aan arrogantie is het mooist zichtbaar in de briljante ingetogen scènes waarin Turner de strijd aan gaat met John Constable (James Fleet), zijn aartsrivaal. Turner’s schilderijen waren ook in zijn eigen tijd al zeer geliefd en grof geld waard, maar hij heeft bijna niets aan particulieren verkocht. Hij wilde liever dat zijn kunst gratis zou blijven, en van iedereen.. Uiteindelijk is dit ook gebeurd, maar in de film staan veel van zijn werken echter nog in een vochtige kelder in zijn vaders huis (“three steps down”), waar op een gegeven moment de emmers op de grond het regenwater op moeten vangen.

Mike Leigh kiest ervoor om, net als Turner, meer te observeren dan te vertellen. Dit levert een realistische film met een verfrissende blik op de Romantici op, die toch zeer tot de verbeelding spreekt. De camera glijdt door zowel het landschap als de landhuizen van Engeland alsof je naar een natuurdocumentaire kijkt. De losse dialogen, de vieze kostuums, het geluid dat af en toe overal vandaan lijkt te komen zijn nu eens niet deftig en een tikkeltje saai, zoals in veel period pieces wel het geval is, maar rommelig en sfeervol. Zelfs de schilderijen die tentoon worden gesteld op de Royal Acadamy zijn meer werken in uitvoering dan statische artefacten. Het schilderij van Mike Leigh heeft dan misschien meer weg van een landschap dan van een portret, toch leer je zowel Turner als zijn tijdgenoten dankzij de film beter kennen.

In een van de laatste scènes van de film bezoekt Turner een fotograaf, op dat moment een nog vrijwel onbekend fenomeen. Hij is zichtbaar sceptisch, want wat moet er van de schilderkunst worden als je overal je camera mee naartoe kunt nemen? Toch neemt hij later zijn geliefde Sophia mee om – ingesnoerd op een stoel – te zitten voor een portret. Het leven en werk van Turner werd, tegen de achtergrond van de Industriële Revolutie, gekenmerkt door deze dubbelzinnige fascinatie voor nieuwe technieken. Zoals zoveel contemporaine schilders deinsde hij er niet voor terug om de hulp van de wetenschap in te schakelen. In dit geval in de vorm van Mrs. Mary Sommerville, die hem helpt met het zien van de kleur violet in een prisma Turner schilderde graag stoomtreinen en een van zijn bekendste werken, The Fighting Temeraire tugged to her last berth to be broken, uit 1838, focust meer op het stoomschip dat de Temeraire vooruit sleept, dan het symbool voor het Britse rijk zelf.

Zo balanceert de film op bijna magische wijze tussen schilderij en film, statisch en beweging, stilstaan en vooruitgaan. Liever dan hierover een standpunt in te nemen zet de film vooral een William Turner neer die, zeker richting het einde van zijn leven, kostte wat het kost het licht wilde vangen en vast wilde leggen. Tegelijkertijd herinnert de film ons eraan dat zowel schilderen als filmmaken – en wellicht ook geschiedschrijven – vooral veel méér is dan dat.

Mr. Turner is vanaf 11 december te zien in de Nederlandse bioscopen. Voor meer informatie over geschiedenis en de biopic, zie: A Companian to the Historical Film (Robert A . Rosenstone). Voor informatie over William Turner en zijn interesse voor techniek en politiek, zie: J.M.W and the subject of History (Leo Costello).

VeraVera Oosterom (1988) zag Mr. Turner op het Leiden International Film Festival (LIFF) begin november. Ze studeerde eerst Engels (bachelor en master) en studeert nu Geschiedenis. De raakvlakken tussen verhalen en feiten blijven interessant, maar ook de dingen die juist niet verteld worden. Daarom gaat haar bachelorscriptie over de nog steeds onderbelichte de problematiek in voormalig Nederlands-Indïe. Ze wil geen lerares worden.

Berichten gemaakt 1260

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven