De eerste Duitse Republiek van 1918-1933 is een vaak bediscussieerd onderwerp, waar bijna even vaak niet helemaal recht aan wordt gedaan. Meestal wordt het getypeerd als een ‘Republik ohne Republikaner’: een instabiele, korte fase van de Duitse geschiedenis tussen het einde van het Tweede Keizerrijk in 1918 en de vestiging van het Derde Rijk in 1933, die gedoemd was te mislukken omdat er in Duitsland geen grote steun zou zijn voor een democratische staatsvorm. Zelfs de term waaronder Duitsland in deze periode vaak bekend staat – de Weimarrepubliek – is afkomstig van Adolf Hitler, die het in 1929 als scheldwoord introduceerde tijdens een van zijn toespraken. De Nederlandse historicus Patrick Dassen, ook bekend voor zijn eerdere werk over Duitsland in de negentiende eeuw en de vroege twintigste eeuw, probeert in zijn in 2021 gepubliceerde boek, De Weimarrepubliek 1918-1933: Over de Kwetsbaarheid van de Democratie, een overwegend positiever beeld te geven van de Weimarrepubliek. Ook probeert hij aan te tonen dat de maatschappelijke ontwikkelingen die de Republiek fataal werden ook voor ons niet minder relevant zijn.
Republik mit Republikaner
Waar Dassen het hardste mee afrekent is het idee dat de Weimarrepubliek geen steun had bij de Duitse bevolking en dat deze dus gedoemd was om te falen. In de latere jaren van de Republiek, tussen ongeveer 1930 en 1939, was men inderdaad op een punt aangekomen dat het voortbestaan van de democratie onwaarschijnlijk begon te worden. Dit werd in de hand gewerkt door factoren die pas in die jaren een rol begonnen te spelen, zoals het steeds meer autoritaire en anti-parlementaire optreden van Rijkspresident Paul von Hindenburg (die inderdaad geen republikein was) en de Grote Depressie. Toen men in deze fase aankwam was een dictatoriale machtsovername een vrij voorspelbare ontwikkeling, al was het tot januari 1933 verre van zeker dat deze machtsovername door de NSDAP zou worden uitgevoerd.
Daarentegen waren tot 1930 de gematigde partijen die de Republiek vriendschappelijk gezind verreweg in de meerderheid ten opzichte van de rechts-extremistische partijen enerzijds en de communisten anderzijds. Daarnaast waren er hiervoor ook een aantal jaren (grofweg 1924-1929) waarin het de Republiek economisch voor de wind ging en waar de regering onder Gustav Stresemann vooruitgang leek te boeken op zowel binnenlands als buitenlands vlak. Over figuren als Stresemann (rijkskanselier in 1923 en minister van buitenlandse zaken in 1923-1929) doet Dassen trouwens een paar interessante uitspraken over de rol die individuen spelen in grote historische ontwikkelingen, zoals: ‘Het is tragisch dat juist de evenwichtige en gezaghebbende politicus Stresemann niet ouder werd dan 51 jaar. Het geeft aan dat toeval – dom toeval: de slechte gezondheid van een persoon – soms een rol kan spelen in de geschiedenis.’
Het is een overtuigend argument, waarbij gezegd moet worden dat Dassen ook weer niet helemaal vervalt in ‘great man history’. De vroege dood van belangrijke democraten als Stresemann (overleden in 1929), de eerste Rijkspresident Friedrich Ebert (overleden in 1925) en Walther Rathenau (vermoord in 1922), het juist lange overleven van Hindenburg (hij zou in 1934 op 86-jarige leeftijd overlijden), of de meerdere keren dat Hitler ternauwernood aan de dood ontsnapte zijn dan ook volgens hem niet de enige redenen waarom de Republiek faalde, al droegen ze wel eraan bij.
Dansen op de vulkaan?
Dassen maakt ook duidelijk dat in de maatschappij van de Weimarrepubliek schadelijke tendensen waren die van begin tot eind net onder de oppervlakte van de Republiek lagen. Er wordt aandacht besteed aan de straatgevechten en coup-/revolutiepogingen van 1918-1923, waarbij extreemrechts en extreemlinks elkaar bestreden. Ook zaken als het antisemitisme, de steun voor eugenetische praktijken, en het feit dat het weliswaar bloeiende culturele leven en de experimentele kunst van de grote steden niet of nauwelijks aan de traditionele Duitse plattelandsbevolking besteed was passeren de revue. Maar Dassen meent wel dat al deze zaken pas tot hun volle destructieve uiting kwamen nadat Hitler de macht overnam, en dat deze problematiek ook niet per se uniek was voor Duitsland in deze periode.Het dient ook onthouden te worden dat in bijna heel Europa autoritaire regimes aan de macht kwamen tijdens de Grote Depressie, en dat Noordwest-Europa hierin een uitzondering vormde. Duitsland was in dit opzicht niet uniek. In het laatste hoofdstuk van het boek worden er dan ook vergelijkingen getrokken tussen de ontwikkelingen in de Weimarrepubliek en die in verschillende landen vandaag de dag, zoals het hedendaagse Duitsland maar ook vooral Amerika onder Donald Trump. Dat laatste is weliswaar geen originele vergelijking, maar het is niettemin interessant om dit hoofdstuk te lezen omdat er zowel overeenkomsten als verschillen uiteen worden gezet.
En dus vervult het boek van Dassen dat wat er beloofd wordt in de ondertitel: de kwetsbaarheid van de democratie – niet alleen in het Duitsland van 1918-1933, maar in ieder land – wordt ruimschoots aangetoond. Dit maakt het boek De Weimarrepubliek interessant voor zowel Duitslandkundigen (al zal veel van wat erin genoemd wordt hen bekend voorkomen) als geïnteresseerden in de hedendaagse politiek.
Door Tim de Wit.
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
Patrick Dassen, De Weimarrepubliek, over de kwetsbaarheid van de democratie
Uitgeverij Van Oorschot, 2021. 768 pagina’s.
ISBN: 9789028213012
€ 39,50

Tim de Wit (1992) is afgestudeerd als historicus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de University of Georgia. Hij specialiseert zich in Amerikaanse negentiende-eeuwse geschiedenis – specifiek die van het Amerikaanse Zuiden, de Amerikaanse Burgeroorlog en het overheidsbeleid ten opzichte van Native Americans. In het kader van het laatste heeft hij onderzoek ter plaatse gedaan in Oklahoma over hoe de lokale volken de Amerikaanse Burgeroorlog beleefden. Tegenwoordig is hij werkzaam op het International Office van de VU en geeft hij groepsrondleidingen op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.