Recensie | The Satanic Verses

Het is deze maand 34 jaar geleden dat de fatwa tegen Salman Rushdie werd uitgesproken door Khomeini, hoogste leider van Iran. De Brits-Indiase schrijver moest tien jaar onderduiken, maar ook na die periode werd de fatwa nooit door de ayatollahs opgeheven, en de dreiging bleef. Toch werd hij langzaamaan een beetje vergeten door de literaire wereld, gaf bijvoorbeeld The Guardian laatst toe. Liet je zijn naam vallen op een Engels feestje, dan was de reactie waarschijnlijk wat lacherig. Aan die status kwam voor Rushdie plotseling een einde toen er een half jaar geleden een gelukkig onsuccesvolle moordaanslag op hem werd gepleegd. Hij verloor ‘slechts’ het zicht in één oog.

Waar was het ook alweer allemaal om te doen? De meeste mensen weten dat de Rushdie-affaire over zijn roman The Satanic Verses ging. Zo goed als niemand lijkt nog te weten waaróm dat boek precies controversieel was, zelfs de aanslagpleger van afgelopen jaar niet; net als de ayatollahs had hij er geen of nauwelijks een letter van gelezen. Dus laten we het boek voor de verandering eens wél lezen, 35 jaar na dato.

Migratie als mythe

De roman gaat over Saladin Chamcha en Djibriel Farista, twee Indiërs die om verschillende redenen voor langere tijd (terug) naar Engeland vertrekken. Chamcha is een klassieke mimic man, een man die zich schaamt voor zijn afkomst, en vurig wenst een Engelsman te zijn. Farista, een Bollywood-superster, heeft juist een hoofd vol mythen en sagen uit het vaderland. De twee ontmoeten elkaar in het vliegtuig, dat boven het Engelse Kanaal ineens ontploft. De twee storten naar beneden, veranderen in de lucht in de duivel en aartsengel Gabriël, en overleven de landing in Engeland zonder een schram. Het startschot van een moderne mythe over migratie.

Iets dat lijkt op een plot meandert richting iets dat lijkt op een apotheose, maar eigenlijk draait het in dit boek nauwelijks om het verhaal. Dit is namelijk een ‘systeemroman,’ waarin de thema’s meer gidsend zijn dan de plotontwikkelingen. Magische taferelen, sociaal realisme, eindeloze koortsdromen en sprookjes vol verwijzingen naar de Engelse en Indiase culturen wisselen elkaar af, allemaal om een gepast chaotische mythe te creëren over de eveneens desoriënterende ervaring van migranten. Hierdoor is de roman allesbehalve eenvoudig, maar de uitdaging is deel van de opzet: de twee protagonisten worstelen zich immers ook door een bi-culturele veelvoud aan indrukken. Dat is het doel van goede systeemromans: de beleving van de lezer spiegelt die van de protagonist. Het is even wennen voor wie er geen ervaring mee heeft, vergt geduld en zelfs oefening, maar het is een bijzondere belevenis. Juist Rushdie’s frivole magisch realisme maakt van The Satanic Verses een diep psychologische roman over migratie.

Religie als droom

De beste stukken van de roman zijn Djibriel Farista’s dromen. Zijn visioenen over dichters in Mekka, vergeten goden, vliegende tapijten, over een boom waarin een dorp samenleeft met vlinders: ze betoveren stuk voor stuk. Ze verbeelden een constante lokroep van India en diens tradities in Djibriels hoofd. In dat perspectief moeten we de beroemdste droom, de bron van Rushdie’s ellende, lezen. We zien daarin de profeet Mohammed geportretteerd als mens met twijfels en zwaktes. Op zichzelf geen ramp, maar in combinatie met de titel (die refereert aan geschrapte Koranverzen die sporen van polytheïsme bevatten) ontstond het misverstand dat Rushdie een anti-islammanifest had geschreven.

Dat is onzin: The Satanic Verses is juist een diepreligieuze vertelling, met een opvatting van de wereld als één grote verzameling van mythologieën. Alles van grenscontroles en werkeloosheid tot Othello en, inderdaad, de Koran wordt opgenomen in een fascinerende sprookjesmaalstroom. Dit boek ziet de kruisbestuiving tussen al deze thema’s als de kern van migratie, een mooie gedachte. De islamitische wereld is daarin een rijke bron als alle andere; Geert Wilders zou zich opvreten van ergernis. Farista’s mooiste en laatste droom eindigt ook nog eens met een bekering tot de islam. Kortom, de roman wegzetten als islamhaat is bijna gekmakend onredelijk. Een groot deel van Engeland koos toch kant tegen Rushdie.  De schrijver was sinds Midnight’s Children (1981)op het schild gehesen als genie en dit was de ultieme gelegenheid voor sceptici om hem er onder hoongelach vanaf te donderen, zoals destijds vaak letterlijk op de BBC werd gezegd. Zijn decennium in onderduikadressen werd weggezet als narcistisch (wat was er nou helemaal aan de hand?), zijn riddering als een belediging: die man kon toch eigenlijk niet? Deze mensen hadden overigens iets gemeen met de demonstranten die ze meenden te beschermen: ze hadden het boek niet gelezen.

Een hoopvol moment

The Satanic Verses verbeeldt een soort postmoderne veelgoderij: een hybride wereld waarin alle culturen samenkomen en elkaar verrijken. Daarmee staat Rushdie voor een optimistisch moment in de Westerse migratiegeschiedenis. Een moment, grofweg in de jaren ’80, waarop de idee van migratie-als-kans werd verkondigd, niet als Groot Probleem. De migrant als archetypische nieuwe mens, vol diversiteit en tot de nok toe gevuld met allerlei culturen, is de belofte waarvoor The Satanic Verses als een tempel is opgericht. De roman demonstreert zelf die veelzijdigheid met al zijn wirwarrende genres, parabels en verwijzingen. Helaas is Rushdie’s droom met de affaire de nek omgedraaid, maar wie het boek leest kan zich er nog één keer in onderdompelen. Want laten we hem alsjeblieft blijven lezen, zodat we zijn boeken redden van de krantenkoppen. De boeken zelf zijn vele malen interessanter.

Door Gijs van Engelen.


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Meer van Rushdie:

  • Midnight’s Children (1981) – Veelbekroonde, magisch-realistische hervertelling van de vroege onafhankelijkheid van India. Zijn doorbraak, waarschijnlijk ook zijn beste boek. Een aanrader voor iedereen die iets met geschiedenis en/of literatuur heeft. De verfilming is een gotspe.
  • The Enchantress of Florence (2008) – Een buitengewoon humoristisch en sprookjesachtig avonturenverhaal over Groot-Mughal Akbars India, en het Florence van de Medici. Typisch voor zijn werk sinds de fatwa: odes aan de verbeelding, een indirecte sneer naar zijn tegenstanders.
  • Victory City (2023) – Deze maand uitgekomen, Rushdie’s eerste na de moordaanslag. Opnieuw een ode aan de verbeelding, over een vrouw die een mythische stad tot leven droomt.

Gijs van Engelen (1996) is historicus en literatuurwetenschapper. Hij schrijft voor De Zelfspodcast en Taalpolitie, en is bezig aan een roman.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven