Vrijdag 27 september markeert een mijlpaal voor het scheepvaartmuseum in Amsterdam. In ’S Lands Zeemagazijn, rijksmonument en boegbeeld van de Nederlandse maritieme geschiedenis, ging de nieuwe vaste tentoonstelling ‘Schaduwen op de Atlantische Oceaan’ open voor publiek.
Een nieuwe kijk op een oude collectie
Wanneer ik het Scheepvaartmuseum vanuit het westen nader, is het aangezicht van de enorme replica van het VOC-schip Amsterdam voor het kolossale magazijn niet te negeren. Het wekt een vreemd gevoel van nostalgie op, naar een tijd die ik zelf nooit heb meegemaakt, maar waarmee ik mij toch op een of andere manier verbonden voel. Heroïsche zeeslagen van Maarten en Cornelis Tromp en de beruchte tocht naar Chatham van Michiel de Ruyter spreken tot de verbeelding. Maar in het museum, en met de collectie, is meer aan de hand.
De geschiedenis wordt tot op heden nog veelal eenzijdig belicht. De maritieme collectie die het scheepvaartmuseum herbergt, is dan ook altijd bekeken en aan het publiek tentoongesteld vanuit een Nederlands perspectief. De verhalen van de zeevaarder, de koopman en de admiraal stonden centraal. De verhalen van de oorspronkelijke gemeenschappen waar zij mee in aanraking kwamen, bleven buiten beschouwing. Het roept de vraag op welk verhaal al die museumstukken nu eigenlijk vertellen en hoe het onze kijk op het Nederlandse verleden beïnvloedt. Hoe moeten we daarmee omgaan?
Vele dimensies
Geen schilderijen, maar foto’s van de kunstenaar Lisandro Suriel ontvangen de gasten zodra zij de nieuwe collectieruimte betreden. Suriel vertolkt de trans-Atlantische oversteek vanuit Afrikaanse mythen, die door nazaten over de eeuwen heen in een orale traditie zijn overleverd. In deze ruimte staat Yemanya centraal. Zij is de moeder van de zee, die hevige emoties omzet in hoop en genezing. Eenzaam lijkt zij zowel te waken over, als te treuren om al hetgeen op de Atlantische Oceaan heeft plaatsgevonden.
Verderop, in een gedimde zaal, wordt aandacht geschonken aan de persoonlijke verhalen uit de koloniale geschiedenis. Zacht verlichte zwart-wit foto’s volgen jouw weg door de tentoonstelling. Door bij de vitrines op de knoppen te drukken, worden de collectiestukken kortstondig verlicht. Beeld en audio tonen interviews met museumconservatoren of vertellen het verhaal van historische figuren in deze periode. Zo zijn er verscheidene verhalen te vertellen aan de hand van het slavenschip D’ Keulse Galy, die een centrale plek in de tentoonstelling krijgt. Door op het scherm voor het modelschip te klikken kies je zelf de verhalen. Ze schetsen de gevolgen van kolonialisme voor hen die er ongevraagd mee te maken kregen.
Door niet alleen objecten neer te zetten, maar mensen aan het woord te laten en vragen te stellen, ontstaat er een dialoog. De teksten in de tentoonstelling vragen je om na te denken over de gebeurtenissen en de geschiedenis soms vanuit een ander perspectief te bekijken. Toen ik later op de dag op de Amsterdam liep, hoorde ik een gesprek tussen een museumdocent en een groep toeristen. Het ging over kolonialisme en slavernij, en hoe het schip in die context kon worden gezien. Hoewel meningen daarbij kunnen verschillen, is het mooi om te zien dat gesprekken op gang komen.
De laatste zaal toont “The Altar of Rematriation”, een gebed in fysieke vorm waarbij het historisch onrecht wordt erkend. Om te bespreken, niet om te oordelen. Het kunstwerk staat recht tegenover de poorten, waardoor vroeger wapens voor de oorlogsvloot werden vervoerd. De afwisseling van vroegmoderne objecten, hedendaagse kunst en dialoogvensters zorgt wat mij betreft voor een veelzijdige tentoonstelling. Het is ontzettend gaaf om te zien dat het Scheepvaartmuseum daarvoor heeft samengewerkt met vele mensen van verscheidene achtergronden. Er is gekozen om de regie soms letterlijk uit handen te geven, en kunstenaars van verschillende achtergronden door middel van hun werken aan het woord te laten.
Een goede balans?
Voorafgaand aan het bezoek, was ik heel benieuwd hoe de nieuwe vaste tentoonstelling zich zou verhouden tot de rest van het museum. Zou het op de voorgrond treden en de andere collecties aanzienlijk beïnvloeden? Of zou het koloniale verhaal in de andere zalen worden genegeerd? Ik was positief verrast. Op subtiele wijze heeft het Scheepvaartmuseum hun collectie een dubbele dimensie weten te geven, waarbij de koloniale collectie en het thema van slavernij niet uit het oog wordt verloren, maar ook zeker niet de boventoon voert. Hierdoor wordt er voorkomen dat er een zwaar of beladen gevoel over het gehele museum hangt.
Ik zou eenieder aanraden om de nieuwe tentoonstelling te gaan bekijken, en na te denken over de vragen die aan de bezoeker worden gesteld. Het is een veelzijdige geschiedenis, die we met elkaar moeten delen.
Door Luc Meijboom
Schaduwen op de Atlantische Oceaan is vanaf nu te zien in het Scheepvaartmusem in Amsterdam
Luc Meijboom (1997) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij is gespecialiseerd in koloniale geschiedenis en schreef zijn masterscriptie over verzet van slaafgemaakten aan boord van Zeeuwse slavenschepen. Momenteel houdt hij zich bezig met verschillende (onderzoeks)projecten binnen de Nederlandse slavernijgeschiedenis. In zijn vrije tijd is Luc vooral buiten te vinden, aan de wandel of op een zonnige plek met een boek.