Jonge Historici oordeelt: de Libris Geschiedenis Prijs 2016 – Cécile en Elsa, strijdbare freules

“Het huwelijk is zoiets verschrikkelijks, hoe meer ik er aan denk, hoe groter mijn afschuw.” Zo dacht één van de twee hoofdpersonen in het boek van Leijnse er als kind al over. Het bleken profetische woorden te zijn: hoewel beide zussen een compleet andere echtgenoot vonden en een heel andere levensweg bewandelden, was hun huwelijk bepaald niet gelukkig te noemen.

Biografe Elisabeth Leijnse heeft na twaalf jaar onderzoek een dubbele biografie geschreven over de zusjes Cécile en Elsa. In zo’n 600 pagina’s beschrijft ze hun jeugd, hun prille romances en hun turbulente huwelijk(en). Door lang onderzoek en een rijke vondst aan persoonlijk materiaal weet ze de twee zussen en hun directe omgeving een stem te geven. De zussen hebben een schat aan brieven en dagboeken nagelaten die vanwege de oorlog decennia in een kist gelegen heeft. Leijnse heeft van nabestaanden veel originele egodocumenten in handen gekregen. Het boek bevat daardoor originele informatie, al is in 2011 wel al een roman uitgebracht over het jongste zusje, haar relatie met haar man en hun invloed op de muziekwereld rond 1920 (Erik Menkveld: ‘Het grote zwijgen’, Uitgeverij Van Oorschot 2011).

Feministen
De zusjes Cécile en Elsa werden geboren in het adellijke gezin de Jong van Beek en Donk. Hun ouders waren zeer begaan met de sociale kwestie en stampten er liberale en sociale waarden bij hun kinderen in. Vooral hun dominante moeder Anna, die zichzelf altijd gekortwiekt had gevoeld door haar adellijke komaf en ouderwetse ouders, probeerde haar kinderen tot onafhankelijke en strijdbare vrouwen te kweken. Zelf had zij niet eens haar eigen schilderijtjes mogen verkopen van haar ouders. De twee dochters namen het feministische gedachtegoed over en pleitten voor vrouwenrechten in hun jonge jaren. Vooral de oudste, Cécile, was activist: zij werd voorzitter van een vrouwenvereniging en schreef linkse stukken voor kranten over literatuur, vrouwenrechten en armoede.

Zwakke mannen, sterke vrouwen
Beide zusjes groeiden uit tot sterke vrouwen en vonden een relatief zwakke of labiele man. De schrijfster laat in het midden of dit toeval is of niet. Cécile trouwde met een melancholische maar rijke projectontwikkelaar. Terwijl Cécile zich uitgaf als socialistische freule die de opvoeding van de armen der aarde ter harte nam zakte haar man weg in een depressie. Als reactie hierop ging ze alleen maar meer bemoederen en beschouwde ze hem als een patiënt of kind. Ook dwong ze hem zijn naam te veranderen in Paul omdat ze dat mooier vond klinken. Zij vond hem labiel terwijl hij zich vernederd voelde door haar. Al gauw was hij het zat en besloot hij te gaan scheiden. Cécile hield er een ‘gebroken ziel’ en een ruime alimentatie aan over.

Elsa trouwde ondertussen met Alphons Diepenbrock, een van Nederlands meest vooraanstaande componisten rond de eeuwwisseling. Via Alphons ontmoette ze veel kunstenaars en muzikanten; mensen als Gustav Mahler waren hun vrienden. Alphons was een teruggetrokken en zwakke man die er jaren over deed om het huwelijk te consumeren. Ook voelde hij zich overschaduwd door zijn vrouw en trok zich terug. Omdat hij niet zo goed kon formuleren als Elsa duidde hij zichzelf met zwijgen of met een brief. Terwijl Elsa Nederlands eerste logopedistenpraktijk begon, gaf Alphons muziekles en hield hij vooral van zijn moeder. Pas toen Alphons een libertijnse leerlinge kreeg, kreeg hij genoeg lust om met Elsa kinderen te verwekken. Elsa schikte zich in deze bizarre driehoeksverhouding. Omwille van de kinderen bleven ze gescheiden van tafel en bed bij elkaar wonen. De schrijfster beschrijft de huwelijksperikelen schitterend, maar vraagt zich niet af of de vrouwen misschien te ‘strijdbaar’ waren voor een goed huwelijk.

Elsa met haar man, componist Diepenbrock, en hun twee dochters.
Elsa met haar man, componist Diepenbrock, en hun twee dochters.

Jaloezie en antisemitisme
Leijnse toont in de tweede helft van de biografie mooi aan hoe de twee zussen van elkaar vervreemd raken en pas in hun laatste jaren zich weer verzoenen. Cécile hertrouwde met een Franse kunstenaar en ging in Parijs wonen. Ze bekeerde zich tot het katholicisme en werd steeds rechtser en fanatieker. Ze keerde zich tegen het socialisme, tegen vrouwenrechten en tegen algemeen kiesrecht. Ze was jaloers op Elsa, die uiteindelijk toch beter af leek te zijn. Elsa genoot van de culturele wereld in Amsterdam. Ze verzorgde haar man toen hij ziek werd en hij stierf in haar moederlijke armen. Haar twee dochters werden op hun beurt zelfstandige vrouwen die muzikaal en cultureel zeer onderlegd waren. Cécile’s kinderen daarentegen worden minder begaafd en eindigden als non of berooide dandy. Toen haar tweede man stierf bleef ze straatarm achter. Geleidelijk verzoende Cécile zich met Elsa, beiden inmiddels weduwe. Ze bleven echter zeer verschillend: Cécile was verbitterd en gaf de joden de schuld, ze steunde het Vichy-Regime in haar laatste jaren. Elsa daarentegen zette zich juist in voor de gevluchte joden uit Duitsland en Oostenrijk, waaronder veel kunstenaars.

Besluit: een artistiek tijdsbeeld
De auteur heeft van de biografie een cultureel meesterwerk gemaakt. De kunstzinnige zusters kenden veel mensen en meerdere personen passeren de revue, zoals Mahler, Schönberg en Picasso. Een nadeel van dit boek is dat de lezer wel cultureel onderlegd moet zijn om het boek te kunnen lezen, want er wordt veel teruggegrepen op het culturele leven van Nederland en Europa van 1860-1940. Ondanks deze culturele uitstapjes leest het boek zeer vlot, het is in feite een soort waargebeurde roman. Door deze vlotte schrijfstijl is de doelgroep ongetwijfeld breder dan voor een gemiddeld historisch boek, al moet de lezer dan wel van culture geschiedenis houden. De biografie als vorm is niet toevallig gekozen, alleen via egodocumenten kunnen historici te weten komen wat vrouwen dachten in het Victoriaanse tijdperk, in archieven vinden we vrijwel alleen de meningen van mannen.

Leijnse onthoudt zich van te veel interpretatie, zo legt ze uit in haar verantwoording. Met zoveel bronmateriaal probeert Leijnse vooral in de huid van de kinderen te kruipen. Het lijkt me dat ze hierin vrijwel geheel is geslaagd. Persoonlijk mistte ik wat de schrijfster vond van de strijdbaarheid van de zusters en hun platonische huwelijken. Beide zusjes stootten – toevallig of niet – hun echtgenoot al gauw af. Was dit te wijten aan hun dominante gedrag of hun labiele echtgenoten? Leijnse laat de interpretatie grotendeels aan de lezer over. Ook is het aan de lezer om de ironie van hun leven te zien: de krachtige en idealistische Cécile, eerst een feminist met een rijke man, eindigt als een arme en antisemitische Vichy-regime aanhanger, terwijl juist de inschikkelijke Elsa een gelukkige tijd als weduwe doormaakt met haar kinderen en artistieke connecties.

Leijnse’s gedegen onderzoek naar het leven van de zusjes en vooral haar beschrijving van de culturele wereld verdienen zeker een prijs. Het boek is een goede kanshebber voor de Libris Geschiedenis Prijs 2016, eerder dit jaar won de auteur al de Erik Hazelhoff Biografieprijs.

Cécile en Elsa, strijdbare freules. Een biografie door Elisabeth Leijnse. Verschenen bij uitgeverij De Geus (2015). 605 pagina’s, €29,95.

Door Alexander van den Berg

alexanderAlexander van den Berg (1993) behaalde in 2014 zijn bachelor geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht, waarna hij de onderzoeksmaster Modern History deed. Zijn expertise ligt bij de politiek-internationale geschiedenis in de achttiende tot negentiende eeuw. In zijn vrije tijd leest hij graag Nederlandse of Engelse historische literatuur. Eerder schreef hij voor Aanzet, het studentenblad van en voor Utrechtse geschiedenisstudenten.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven