Vorige maand opende het Rijksmuseum haar nieuwe tentoonstelling over Frans Hals. Na de kaskrakers van Rembrandt en Vermeer is het nu de beurt aan deze zeventiende-eeuwse schilder met zijn losse en onbekommerde stijl. Anders dan bij zijn voorgangers zijn de schilderijen van Hals misschien minder elegant en verfijnd, maar voelen ze persoonlijk en, door het ontbreken van perfectie, oprecht. De schilderijen van Hals brengen de bezoeker in contact met de zeventiende eeuw en de mensen die zijn afgebeeld.
Een goed leven
Er is niet enorm veel bekend over het leven van Frans Hals. Wel weten we dat hij in 1582 of 1583 geboren werd in Antwerpen en na de val van de stad met zijn ouders naar Haarlem vluchtte. Hier leidde Hals een goed leven. Hij werd opgeleid tot schilder door de Vlaamse Karel van Mander, trouwde twee keer en kreeg veel kinderen. Hals maakte zeker deel uit van de economische elite. Veel van de mensen met wie hij omging waren ook rijke Antwerpenaren. Dit zijn dan ook de mensen die Hals voornamelijk portretteerde. Toch beperkte de schilder zich niet tot zijn vriendenkring, maar richtte zijn aandacht ook op het gewone volk.
Een glimp van plezier
De tentoonstelling laat goed zien dat Hals op zoek was naar het plezier in zijn portretten. In de eerste twee zalen waarin de huwelijksportretten en schuttersstukken worden getoond is dat plezier nog wat ingehouden. Zijn vroegste portretten zijn wat statig, maar doordat de portretten op thema bij elkaar zijn gehangen kun je goed werk uit verschillende perioden met elkaar vergelijken. Kleine glimlachjes en steeds lossere penseelstreken beloven meer voor de nog te bezoeken zalen. Dat dit plezier ook het aantrekkelijkst is voor de bezoekers van de tentoonstelling blijkt. Voor het bekende portret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen is het dringen geblazen. Iedereen lijkt een glimp op te willen vangen van het vrolijkste portret in de zaal.
Echte mensen
In de zalen hierna komt de speelse stijl van Frans Hals pas echt goed uit de verf. Op de portretten zijn allerlei lachende mensen te zien. Dit keer zijn het niet alleen mensen uit de elite. We zien Malle Babbe; een lachende vrouw met een verstandelijke beperking die in een werkhuis woonde. Hals had zelf ook een zoon met een verstandelijke beperking die in het werkhuis verbleef en had op die manier waarschijnlijk Malle Babbe ontmoet. Ook zien we twee breed lachende vissersjongens en een glimlachende jonge vrouw (mogelijk een prostituee). Hals ging op zoek naar deze ‘gewone’ mensen omdat zij in tegenstelling tot de beschaafde, rijkere mensen wel bereid waren hun tanden bloot te lachen.
Historische sensatie
Doordat Hals ervoor koos mensen uit alle lagen van de bevolking te portretteren lijkt de zeventiende eeuw ineens aardig dichtbij te komen. Het moment dat je oog in oog staat met een lachende vissersjongen die zo’n 400 jaar geleden leefde voelt zeker door Hals’ levendige schilderstijl bijna als een historische sensatie. De schilderijen van Hals werpen door het vaak ontbreken van een achtergrond misschien niet echt een blik op de wereld in de zeventiende eeuw, maar wel op de mensen. Zoals in de bijbehorende podcast van de tentoonstelling wordt uitgelegd betekende dat overigens niet dat de portretten ook te koop waren voor iedereen. Je moest behoorlijk wat geld neerleggen, wilde je een schilderij van Hals kunnen aanschaffen.
Klassieke presentatie
Het Rijksmuseum weet de ontwikkeling in de stijl van Hals goed naar voren te brengen. Juist doordat de werken niet chronologisch, maar thematisch zijn ingedeeld is te zien hoe Hals met steeds meer durf ging schilderen. De daverende portretten van Hals staan echter in contrast met de vormgeving van de tentoonstelling. Daar had nog wel het een en ander aan verbeterd kunnen worden. De kleuren donkerblauw en wit op de muren doen wat saai en zelfs zakelijk aan. Ook is het vaak even zoeken naar de inleidende tekst op de muur. Omdat het museum heeft gekozen voor deze klassieke manier van presenteren voel je na afloop niet per se de noodzaak om meer op te zoeken over Hals en zijn werk. Er worden geen spannende vragen gesteld over de mensen op de portretten en er wordt weinig losgelaten over de totstandkoming van de tentoonstelling.
Ondanks deze klassieke presentatie is de tentoonstelling zeker de moeite waard te bezoeken. De schilderijen van Hals zijn uniek, vrolijk en brengen je dicht bij de mensen die hij afbeeldde. Bij wie de tentoonstellingen van Rembrandt en Vermeer heeft bezocht moet Frans Hals beslist een nieuwe en verfrissende indruk achterlaten. Alleen daarom al is het de moeite waard. De tentoonstelling is nog te zien tot 9 juni.
Door Jessica van Zadelhof