Caravaggio

Recensie – tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa

CaravaggioTentoonstelling: Utrecht, Caravaggio en Europa in het Centraal Museum, Utrecht (in samenwerking met de Alte Pinakothek, München).
Nog te bezoeken tot 24 maart 2019.

 

 

In de zeventiende eeuw reisden kunstenaars naar Rome om daar de schilderkunst van Caravaggio te bewonderen. Vierhonderd jaar later, in 2018, reisden tientallen van hun schilderijen naar Utrecht, waar nu het resultaat van deze inspiratie te zien is. De tentoonstelling ‘Utrecht, Caravaggio en Europa’ in het Centraal Museum geeft een vergelijkend overzicht van belangrijke navolgers van de Italiaanse barokschilder, met name de drie bekendste Utrechtse ‘caravaggisten’.

Geschilderd spektakel

Caravaggio, echte naam Michelangelo Merisi (1571-1610), staat prominent in de canon van de Europese kunstgeschiedenis vanwege zijn gebruik van intense licht-donkercontrasten en de rauwe, emotionele weergave van figuren, zowel in zijn Bijbelse als alledaagse taferelen. Dit was zo’n vernieuwing dat zijn faam reikte tot in de Nederlanden, waar men schreef dat hij ‘wonderlijcke dinghen’ deed die nadere inspectie verdienden. Ook drie in Utrecht actieve schilders, Hendrick ter Brugghen (1588-1629), Gerard van Honthorst (1592-1656), en Dirck van Baburen (ca. 1592-1624), gaven gehoor aan die oproep en trokken in de jaren 1610 naar de Eeuwige Stad. Samen met tientallen andere buitenlandse kunstenaars bestudeerden zij Caravaggio’s werken, tekenden zijn voorstellingen na, en bouwden succesvol voort op zijn stijl. Van Baburen leverde religieuze schilderijen voor kapellen en kerken en Van Honthorst bouwde met zijn altaarstukken en andere werken zo’n reputatie op voor licht-donkercontrasten dat hij ‘Gherardo delle Notti’ genoemd werd. Zo gevormd keerden alle drie ook weer terug naar Utrecht, om daar hun carrière voort te zetten. Hun schilderijen vormen de basis van de tentoonstelling, aangevuld met werken van andere navolgers van Caravaggio uit bijvoorbeeld Italië, Frankrijk en Spanje, en enkele schilderijen van de meester zelf.

Caravaggio

(Caravaggio’s De graflegging van Christus (1602-1603) was tot 14 januari zien in Utrecht. Sinds vorige week hangt zijn Medusa Murtola er. Afbeelding: Wikimedia Commons)

De tijdelijke tentoonstelling is er een zoals we die tegenwoordig vaak zien, met adembenemende schilderijen, een smaakvolle opstelling en ronkende marketing. Het museum noem het zelf zijn ‘meest ambitieuze tentoonstelling ooit’. Kranten konden koppen over schilderijen van Caravaggio die normaal nooit uitgeleend worden, maar nu (tijdelijk) wel te zien zijn, zoals zijn Graflegging, of over de koning die de tentoonstelling opende. Ondanks, of misschien juist door de artistieke en publicitaire weelde knaagt de grootse taal ook wel een beetje. Schreef de Raad voor Cultuur vorig jaar niet dat dergelijke blockbustertentoonstellingen op de lange termijn ook gevaren met zich meebrengen?

Het neemt niet weg dat de lof en aandacht zeker verdiend zijn. De tentoonstelling is een spektakel van tientallen intense, kleurrijke schilderijen, met levensechte apostelen, kaartspelers, prostituees, Davids en Goliaths, en natuurlijk Christus in veelvoud. De lichamelijkheid van de figuren valt op, met smerige voeten, priemende vingers, bloedende wonden en het ‘beroemdste decolleté uit de kunstgeschiedenis’, aldus directeur Bart Rutten. De emotie is bijna voelbaar: er wordt geleden, gelachen, met ongeloof gereageerd.

(Gerard van Honthorst, De Koppelaarster (1625), met niet te missen decolleté. Afbeelding: Wikimedia Commons)

Des Paus Peerdestal

De bijbehorende audiotour is zeer informatief (luister vooral de bijdrage over het vergeten maar fantastische muziekinstrument de mondharp!). Toch is de insteek van de tentoonstelling echt kunsthistorisch, met nadruk op elementen als compositie, kleurgebruik, inspiratie, en motieven. De schilderijen zijn gegroepeerd per genre of Bijbelverhaal, zodat de onderlinge overeenkomsten en verschillen zichtbaar worden. Meer historische achtergrondinformatie was echter goed geweest om de ontstaansgeschiedenis van de schilderijen en van de schilderstroming beter te begrijpen, inclusief de receptie in Nederland van deze ‘Utrechtse’ meesters. De tentoonstelling hint bijvoorbeeld even op de lange reis van Utrecht naar Rome, maar gaat er verder niet op in. En was het internationale kunstenaarsnetwerk van beïnvloeding en navolging niet interessant geweest om uit te lichten? Het past perfect bij de these van de actuele Wereldgeschiedenis van Nederland, bijvoorbeeld.

Ook maakt de tentoonstelling het belang van Utrecht als locatie niet duidelijk: weinig van de tentoongestelde schilderijen zijn in Utrecht gemaakt, laat staan dat er in de voorstellingen een herkenbare band met de stad is. De band met Rome lijkt veel duidelijker. Caravaggio’s woonplaats was, in de woorden van Simon Schama, het Rome van de ‘zweterige, schreeuwende massa, 100.000 personen die zich verdringen op de markten en de piazza’s… het Rome van zure wijn, oude knoflook, straatkinderen, louche huursoldaten die beurzen en kelen snijden’. Bij dat tumult moet het noordelijke Utrecht, 30.000 inwoners en vanaf 1580 officieel protestants, toch een beetje pover hebben afgestoken. Voor meer algemene historische context kun je overigens wel terecht op de website van de tentoonstelling, waar je bijvoorbeeld een Nederlandstalig reisgidsje voor Italië uit 1602 te zien krijgt. Het is gedigitaliseerd beschikbaar; de vroegmoderne toerist mocht indertijd nog in de pauselijke slaapkamer komen, ‘met Root Fluweel behangen en met Goude Franien beset’, en wie wilde kon langsgaan bij ‘des Paus Peerdestal’ (p.41, 43).

De schilderijen van de caravaggisten lenen zich goed voor een aantrekkelijke, bijzondere tentoonstelling als deze. Je komt niet vaak zoveel grootse meeslependheid op zo’n klein oppervlak tegen, en daarmee is een bezoek een aanrader. Het gemis aan historische informatie en diepgang wringt misschien. Maar ja, dat is tussen het visuele geweld van de heiligen en vrolijke gezelschappen snel vergeten.

Door Miel Groten.

Miel Groten (1992) is historicus en architectuurhistoricus. Hij promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam en onderzoekt in zijn project plaatsen van imperialisme, gebouwen met koloniale connecties die bijdroegen aan het ontstaan van een imperiale cultuur in Europa.

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven