The Woman King gaat over het West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey. Dahomey beschikt over een leger vrouwelijke soldaten, de Agojie, De Agojie worden geleid door Nanisca die tevens één van de hoofdpersonages is. Door de film heen speelt haar leven en een tragische gebeurtenis die zij in haar jongere jaren meemaakte een belangrijke rol.
Het verhaal begint in 1823 nadat koning Ghezo zijn broer van de troon had gestoten. De vrouwelijke Agojie-soldaten doen een aanval op een dorp van het rivaliserende Oyo-rijk. Het Oyo-rijk had al sinds het midden van de achttiende eeuw hegemonie in de regio verworven en had van Dahomey een tribuutstaat gemaakt. In de loop van de film strijd Dahomey, onder leiding van de Agojie en koning Ghezo, om het juk van de Oyo van zich af te werpen.
Visueel gezien zit de film erg knap in elkaar. Zowel de opnamelocaties in Zuid-Afrika als de sets zien er mooi en authentiek uit. Ook het acteerwerk is goed, de sterrencast weet hun rollen goed te vertolken. Daarnaast zijn de actiescènes zeer vaardig gefilmd en geacteerd, alsmede de dramatische momenten in de film. Als een standaard Hollywood actiefilm slaagt The Woman King wonderwel, echter als een historische film met enige diepgang schiet het epos ernstig tekort.
Weinig historische nuance
Met de setting in een Afrikaans koninkrijk en met vrouwen van kleur in de hoofdrol probeert de Woman King daadwerkelijk iets nieuws toe te voegen aan het romantische ‘vrijheidsstrijder’ genre. Het komt helaas niet verder dan een nieuw onderwerp, want vele tropes die bekend zijn geworden met Braveheart, the Patriot en 300 komen hier weer tevoorschijn. Omdat het publiek sympathie moet krijgen voor de hoofdpersonen, de Agojie en Dahomey, worden alle schaduwkanten van hun samenleving weggepolijst. Zo was Dahomey een grote speler in de trans-Atlantische slavenhandel. Gevangengenomen vrouwen konden onder dwang bij de Agojie worden ondergebracht waarna zij hun leven lang moesten vechten voor het rijk dat hen tot slaaf had gemaakt. De Agojie waren officieel vrouwen van de koning van Dahomey en hadden daarom een beschermde status. Zij mochten geen eigen man nemen en ook geen kinderen krijgen. Deze historische context wordt in de film heel kort aangestipt om vervolgens te verdwijnen in een typisch underdog-verhaal. Zo wordt in de film beweerd dat de Europeanen deze praktijk naar Afrika hebben gebracht, terwijl in de realiteit slavenhandel al lang plaatsvond vóór de komst van de Europeanen. Ook wuift de film de rol van de Dahomey weg door te beweren dat koning Ghezo via de handel in palmolie kon stoppen met het participeren in de trans-Atlantische slavenhandel. Wat de film niet laat zien was dat de palmolie handel mislukte, waardoor Ghezo en zijn koninkrijk financieel gedwongen werden om te blijven participeren in de slavenhandel. Dit bleef dusdanig lang doorgaan dat de Britten in 1851 door middel van zeeblokkades Dahomey proberen te dwingen om te stoppen met de slavenhandel.
Het ‘Braveheart’ model
Deze achtergrond had interessant in de film verwerkt kunnen worden om te observeren hoe mensen en koninkrijken in een financieel systeem geforceerd worden en tegen hun eigen wil immorele acties begaan. Maar omdat de film zich wil positioneren in het Braveheart-model is er geen ruimte voor deze nuance. Dit leidt in het slot van de film tot vreemde taferelen. Zo worden de Europeanen opeens als tegenstanders in de film gebruikt, terwijl daarvoor alleen de Oyo de antagonisten waren. De Agojie besluiten een slavenfort te bevrijden met sterke anti-slavernij symboliek zoals het verbranden van het schavot waarop slaven werden verkocht. Tot slot eindigt de film met Ghezo die een overwinningsspeech geeft waarin hij oproept om te stoppen met het verhandelen van zijn ‘’broeders’’ (lees: mede Afrikanen) en spreekt tot een soort pan-Afrikaans ideaal om te stoppen met elkaar te vechten en om het samen tegen de Europeanen op te nemen. Behalve dat dit zoals eerder is opgemerkt niet accuraat is, geeft het ironisch genoeg juist een minder divers beeld van de Afrikaanse landen weer. Het houdt het idee in stand dat Afrika één land zou zijn, terwijl het zowel cultureel als taalkundig zeer divers is. Het idee dat een Afrikaanse vorst over zijn eigen grenzen heen zou kijken is – vooral omdat hij continu bedreigd wordt door zijn buren – ongeloofwaardig. Koning Ghezo heeft er wel voor gezorgd dat de Dahomey elkaar niet tot slaaf mochten maken of verkopen, maar de aanvallen op naburige koninkrijken bleven doorgaan. Dankzij de gedwongen overname van het Braveheart-model moet The Woman King aan nuance inboeten, waardoor de film minder interessant en ook misleidend is.
Het is verfrissend dat The Woman King een stuk Afrikaanse geschiedenis belicht. Meer historische films zouden dit mogen doen, het is alleen spijtig dat The Woman King ondanks zijn niet-Westerse setting vast blijft houden aan Hollywood clichés. Deze clichés leiden in de mindere gevallen tot een voorspelbare en minder interessante film, terwijl in de ergste gevallen zij een misleidend beeld geven van zowel het koninkrijk Dahomey als de Agojie. Door deze keuze maakt The Woman King het potentieel van zijn setting niet waar.
Door Krijn Korsman en Joost Oosterhuis
The Woman King (2022), regie Gina Prince-Bythewood, draait nu in de bioscoop.
Krijn Korsman (1999) studeert geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn interesse gaat vooral uit naar politieke, diplomatieke en militaire geschiedenis in de vroegmoderne periode. Momenteel loopt Krijn stage bij NL Lab bij het project Inventing Public Diplomacy in Early Modern Europe.
Joost Oosterhuis (2000) studeert geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Daarbij volgt hij het Honoursprogramma en was hij van de opleidingscommissie. Naast zijn interesse voor de vroegmoderne geschiedenis is hij een fervent consument van historische films, games en boeken.