Recensie | Theo Mulder – De Hersenverzamelaar

Frenologie, oftewel de leer van het schedelmeten, was ooit een niet te ontbreken onderwerp van gesprek aan universiteiten, in salons, in koloniale overheidskantoren en uiteindelijk, naarmate de geloofwaardigheid minder en minder werd, toch vooral op carnavals en kermissen. De gedachte die achter deze pseudowetenschap schuilging, namelijk dat schedelvorm een invloed had op cognitieve functies van de hersenen, is incorrect, en dit is een reden waarom de ontwikkelaar en verspreider van deze theorie, de Duitse arts en anatoom Franz Joseph Gall (1758-1828) niet zo serieus wordt genomen. Toch is dit volgens de Nederlandse neuropsycholoog Theo Mulder niet terecht: de frenologie zelf mag dan wellicht incorrect zijn geweest, de gedachte die Gall ertoe bewoog de schedelleer te formuleren was revolutionair voor de hersenwetenschap. In zijn nieuwe biografie van Gall, De Hersenverzamelaar. Het veelbewogen leven van Franz Joseph Gall (1758-1828), probeert Mulder recht te doen aan deze eigengereide, opschepperige, maar toch ook geniale wetenschapper.

Terug uit de vergetelheid

Volgens Mulder kwam het idee om een boek over Gall te schrijven op tijdens een lezing in Berlijn in 2015 waarin hij Galls visie op het menselijke brein benoemde. De Amerikaanse neurofysioloog Jonathan Horton kwam vervolgens naar hem toe en zei tegen Mulder dat Gall ‘ten onrechte is vergeten’. Maar waarom is Gall dan eigenlijk vergeten? Kan men dit uitsluitend toedichten aan het feit dat de frenologie in diskrediet is geraakt? En waarom is Galls visie dan zo belangrijk voor de hersenwetenschap? Aan deze vragen wijdt Mulder het grootste deel van het boek.

Om dit te doen hanteert Mulder een structuur waarin hij de levensloop van Gall volgt, van zijn jeugd in het Duitse Tiefenbronn en het begin van zijn carrière in Wenen tot aan zijn dood in een comfortabel huis in Parijs. Ook de verspreiding van zijn theorieën na zijn dood komt aan bod. Deze levensloop onderbreekt Mulder van tijd tot tijd met hoofdstukken over de periode waarin Gall leefde – zoals een korte karakterschets van het regime van de Oostenrijkse keizer Franz II – en Galls wetenschappelijke theorieën. De belangrijksten van deze theorieën zijn het toedichten van functies aan verschillende delen van het brein, en het categoriseren van geestesziekten als problemen in de hersenen in plaats van in de ziel of andere delen van het lichaam. Gall was hierin met recht een voorloper, want deze theorieën zijn nog altijd niet weg te denken uit de moderne hersenwetenschap. Waar hij de mist inging was de bewering dat de druk van de schedel op deze verschillende delen van de hersenen uitmaakte, maar dat maakt de rest niet minder waar

De verguisde en geroemde showman

Gall was een eigengereide showman en Mulder maakt dit uitstekend duidelijk in De Hersenverzamelaar, ondanks het feit dat Mulder aangeeft dat Galls emoties amper doorklinken in zijn teksten. Waar andere wetenschappers onthouden worden door de publicaties die zij schrijven was Gall eigenlijk niet echt een schrijver. Daar kwam bij dat wanneer hij iets probeerde te publiceren over zijn theorieën, hij gecensureerd werd door het wetenschappelijke establishment en/of de lokale regeringen. Gall formuleerde zijn theorieën tijdens de Napoleontische Oorlogen en de nasleep van de Franse Revolutie en hij werd dan ook door velen gezien als een gevaarlijke materialistische revolutionair die inging tegen het christelijke geloof. Dus reisde Gall veel en gaf hij lezingen in een grote verscheidenheid van landen, waaronder Pruisen, Frankrijk, Denemarken, Zwitserland en ook Nederland.

Galls rondreis door Europa was ontegenzeggelijk een gemengd succes. Zowel zijn theorieën over het brein als zijn schedelleer raakten wijd verbreid, maar het gebrek aan door Gall geschreven teksten zorgde er ook wel voor dat hij als wetenschapper weer snel vergeten raakte. Na zijn dood zorgde zijn leerling Johann Gaspar Spurzheim voor een grote verspreiding van Galls theorieën in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, maar hierbij richtte Spurzheim zich toch vooral op de schedelleer die ook meer en meer raciale trekjes begon te krijgen. In de latere hoofdstukken gaat Mulder in op onder andere de donkere evolutie van de schedelleer, zoals hoe deze ook een onderdeel geworden is van menig koloniaal regime of op rassenleer gebaseerde ideologie, zoals het nazisme. Uiteindelijk werd Galls nalatenschap dus vooral gekenmerkt door uitgerekend zijn theorie die fout was in plaats van de theorieën die meer water hielden.

De vergeten Newton van de hersenwetenschap

In De Hersenverzamelaar zijn her en der wat historische foutjes geslopen. Zo is Mulders portret van het Oostenrijk van Franz II wellicht ietwat kort door de bocht, hebben de kaarten van Galls reis moderne landsgrenzen (wellicht is dit bewust gedaan, maar het staat enigszins slordig) en karakteriseert hij ‘Duitsland’ in deze periode soms als een enkel land. Toch slaagt Mulder in zijn opzet om Gall van de vergetelheid te redden en hem neer te zetten als een vergeten pionier die weliswaar theorieën had die niet deugden, maar ook theorieën had die juist essentieel zijn gebleken. Terecht benoemt hij dan ook dat bijvoorbeeld Sir Isaac Newton, alom geroemd als een titaan van de wetenschap, zich ook bezighield met alchemie en geloofde in geheime nummercodes in de Bijbel. René Descartes, geroemd om zijn filosofie, dacht dat de pijnappelklier het menselijke denkorgaan was. Wellicht moeten we Franz Joseph Gall dan ook zijn excentrieke denksprongen gunnen.

De Hersenverzamelaar is een absolute aanrader voor geïnteresseerden in niet alleen wetenschapsgeschiedenis, maar ook psychologie, neurologie en (vanwege de koloniale toepassing van de frenologie) antropologie.

Door Tim de Wit.


Theo Mulder, De hersenverzamelaar. Het veelbewogen leven van Franz Joseph Gall (1758-1828).
Uitgeverij Balans, 2019. 320 pagina’s.
ISBN: 9789460039324
€32,99


STEUN JONGE HISTORICI, BESTEL DIT BOEK VIA ATHENAEUM BOEKHANDEL

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma.


Tim de Wit (1992) is afgestudeerd als historicus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de University of Georgia. Hij specialiseert zich in Amerikaanse negentiende-eeuwse geschiedenis – specifiek die van het Amerikaanse Zuiden, de Amerikaanse Burgeroorlog en het overheidsbeleid ten opzichte van Native Americans. In het kader van het laatste heeft hij onderzoek ter plaatse gedaan in Oklahoma over hoe de lokale volken de Amerikaanse Burgeroorlog beleefden. Tegenwoordig is hij werkzaam op het International Office van de VU en geeft hij groepsrondleidingen op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven