Acteur en fotograaf Thom Hoffman, wiens opa als ingenieur voor een petroleumbedrijf in Nederlands-Indië werkte, is al decennia gefascineerd door de voormalig Nederlandse kolonie. Als gasthoogleraar onderzocht hij, samen met studenten van de TU Delft, de geschiedenis van Nederlands-Indië aan de hand van de vroege fotografie. Het boek Een verborgen geschiedenis. Anders kijken naar Nederlands-Indië is het resultaat van het onderzoek.
Nederlands-Indië
De foto’s van Nederlands-Indië vallen grofweg uiteen in twee categorieën: enerzijds de klassieke foto’s van het ‘mooie Indië’, vol woeste natuur, bijzondere tempels, kalme rijstvelden, en portretten van Indiërs in inheemse klederdracht, die ongetwijfeld kleurrijk moet zijn geweest, en anderzijds de foto’s waaruit de Nederlandse bemoeienis op de uitgestrekte archipel blijkt.
De Nederlandse aanwezigheid op de archipel had natuurlijk verstrekkende gevolgen. De handelsrelatie tussen Nederland en Indonesië stamt uit de late zestiende eeuw, waarna de VOC de prille economische en politieke banden in de eeuwen daarna verder aanhaalde. Pas in 1814 werd de term ‘Nederlands-Indië’ voor de kolonie geïntroduceerd – dat jaartal is het startpunt van dit boek. Vanaf daar voert Hoffman ons langs een chronologische fotogeschiedenis van Nederlands-Indië, met de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 als eindpunt.
Paulus Tiahahu
Op de eerste, gekleurde prent van het boek (nog geen foto dus) zien we de executie van de 70-jarige Molukse vorst Paulus Tiahahu in 1817. Onder andere Tiahahu had zich verzet tegen het Nederlandse bewind. In de veldtocht tegen de ‘opstandige’ Molukkers, maakte het Nederlandse commando gebruik van kannibalen van naburige eilanden, die als beloning hele Molukse dorpen mochten plunderen. Tijdens de veldtocht werd koning Tiahahu gevangengenomen en bij Fort Beverwijk terechtgesteld. De dochter van Tiahahu wordt, zo zien we op de prent, door Nederlandse soldaten weggevoerd. Het is een voorbode van wat ons later, maar dan op foto’s, wordt getoond.
De Indonesiërs werden, al vanaf het begin van de negentiende eeuw, ingekapseld in een nieuwe allesomvattende hiërarchie, waarin zij op alle vlakken ondergeschikt werden gemaakt aan de Nederlanders. Wie dat niet beviel, of daartegen rebelleerde, werd, zoals Tiahahu, zonder omhaal geëxecuteerd.
Schatkist
Dat geweld werd noodzakelijk geacht om van Nederlands-Indië een “winstgevend object voor ’s Lands kas” te maken. Een doel waar ook Koning Willem I zich volledig achter schaarde. Of, in de woorden van Kultuurstelsel-bedenker en kolonieman Johannes van den Bosch: “de koloniën bestaan voor het moederland.” Van een land een schatkist maken – dat gaat nu eenmaal niet zonder slag of stoot.
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw komen we dan ook foto’s tegen waarin de ongerepte natuur wordt geofferd ten behoeve van mijnbouw of houtkap. We zien foto’s van Indonesische arbeiders, koelies, die op hun knieën en met ontblote torso’s zware lichamelijke arbeid verrichten, terwijl Nederlandse ambtenaren en opzichters streng toekijken en, met een trotse twinkeling in de ogen, statig poseren voor de waarschijnlijk witte fotograaf. De Indonesiërs zijn, zoveel is duidelijk, streng ondergeschikt aan de witte mannen in de net zo witte tropenuniformen.
Excessief geweld
Steeds vaker werd excessief geweld gebruikt om de Indonesiërs onder de duim te houden en om te volharden in de exploitatie van bodem en bevolking. We zien foto’s van zittende peuters naast de lijken van hun vermoorde dorpsbewoners; grootschalige, rituele zelfmoorden; gemartelde, angstige jongemannen met elektriciteitsdraden om hun nek; en geëxecuteerde opstandelingen annex arbeiders ten tijde van de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.
Er was, zo maken de zwart-witfoto’s onverbiddelijk duidelijk, geen sprake van een meegaande Indonesische bevolking, die zich maar wat graag bij de hand liet nemen door de Nederlanders en zich door hen vrijwillig liet opstuwen in de ‘vaart der volkeren’. Die koloniale mythe wordt door Hoffman in dit boek definitief ontkracht.
Zij aan zij
In het begin van de twintigste eeuw waren dergelijke foto’s nauwelijks openbaar. Veel afbeeldingen, zoals de foto’s van gruwelijke slachtpartijen in Indonesische dorpen of beelden van door guerrillastrijders gedode Nederlandse jongens, werden niet geschikt geacht voor het ‘thuisfront’. Het was voor de publieke opinie in Nederland beter om hardwerkende, tevreden of juichende Indonesiërs te laten zien, die, of ze nu aan het werk waren of iets te vieren hadden, zij aan zij met de Nederlanders stonden. ‘Mooi Indië’, de sfeer van nostalgie en tempo doeloe. Maar de werkelijkheid was vaak harder en gruwelijker – daarvan zijn de foto’s de stille getuigen.
Tegenwoordig ontkent echter niemand meer dat er sprake was van structureel geweld in Nederlands-Indië. Boeken als De brandende kampongs van generaal Spoor van Rémy Limpach, Koloniale oorlogen in Nederlands-Indië van Piet Hagen en Roofstaat van Ewald Vanvugt maakten dat al duidelijk. Ook de opvallend openhartige verhalen van de Indië-veteranen in de relatief nieuwe documentaire ‘Onze jongens op Java’ illustreren dat voor de periode van de Onafhankelijkheidsoorlog.
Verborgen geschiedenis?
De ‘verborgen geschiedenis’, waar Hoffman over rept, is dus al voor het verschijnen van dit boek grotendeels onthuld en het ‘anders kijken’ heeft reeds een centrale plek in het (populair-)wetenschappelijke onderzoek naar Nederlands-Indië. Een verborgen geschiedenis. Anders kijken naar Nederlands-Indië presenteert dus weinig nieuws.
Wel weet Hoffman – zoals geen ander boek tot nu toe heeft gedaan – te schuren, te raken, te ontroeren en pijn te doen, door te laten zien hoe de Nederlandse kolonisator, vanuit een wit superioriteitsgevoel, het prachtige, authentieke Indië knecht, berooft, verminkt en vermoordt.
Thom Hoffman, Een verborgen geschiedenis. Anders kijken naar Nederlands-Indië.
WBOOKS, Zwolle, 2019.
ISBN: 9789462583443
€ 29,95
Mark Barrois (1994) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij de geschiedenismaster ‘Actuele Geschiedenis’ en de interdisciplinaire master ‘Politiek & Parlement’ succesvol afrondde. Zijn interesse gaat onder meer uit naar het functioneren van de lokale democratie. Momenteel werkt hij als trainee bij De Toekomst van Brabant.