Troy: Fall of a City (2018)
Coproductie van BBC One/Netflix
Regie: Owen Harris & Mark Brozel
Met o.a.: Louis Hunter, Aimee-Ffion Edwards, Bella Dayne, David Threlfall
Het maken van een goede verfilming over de legendarische Trojaanse oorlog is een ware mission impossible. Het verhaal circuleert al ruim drie millennia, dus anno 2018 heeft een internationaal televisiekijkend publiek hoge verwachtingen van wéér een nieuwe adaptatie. Wat daarbij één van de lastigste dingen is, is dat de meeste kijkers belangrijke elementen wel terug willen zien, maar tegelijkertijd ook verrast moeten worden door de verhaallijnen die ze eigenlijk al verwachtten. Probeer daar maar eens vermakende TV mee te maken! De BBC en Netflix beschikten, bij het maken van de serie, op papier over alle middelen om dat probleem te kunnen verhelpen: een groot budget, goede acteurs en prachtige sets. Hun beider CVs, met onder andere recente series als The Crown en The Night Manager, laten bovendien zien dat zij de ervaring hebben om er een episch meesterwerk van te maken. Hun nieuwe project, Troy: Fall of a City, gaat echter van start met maar weinig spannends.
Emotie in de mythe
In de eerste twee afleveringen lijkt het erop dat de serie getrouw de bekende onderdelen van het verhaal volgt, beginnend bij het Parisoordeel, de schaking van Helena en uiteindelijk het eerste gevecht tussen de Grieken en de Trojanen. Pas na afloop van deze strijd wordt het duidelijker wat de makers van de serie bedoelen met het ambivalente “inspired by Homer and the Greek myths” dat zo prominent figureert in de openingcredits: wanneer Helena en Paris over een door lijken bezaaid strand lopen, worden ze keihard geconfronteerd met de gevolgen van hun acties, en stelt zij hem de vraag: “Was dit het nou allemaal waard?” Vanaf dat moment wordt de serie interessanter. In de zes afleveringen die daarop volgen worden bekende en minder bekende versies van het verhaal met elkaar gecombineerd. Hiermee ontstaat een moderne interpretatie, wat voor spanning en sensatie moet zorgen, en waarin bovenal het lijden van de hoofdpersonen centraal komt te staat.
Een aantal emotionele scènes hebben daar het voornaamste aandeel in; de opoffering van Iphigenia in Aulis, het begin van de wrok van Achilles en Priamus’ rekwest om Hektors lichaam bijvoorbeeld. Het zijn dit soort krachtige scènes waar de menselijke kant van de Trojaanse oorlog het beste doorschemert. Ze verliezen daarbij hun mythische betekenis overigens niet. Zo heeft de strijd tussen Agamemnon en Achilles om het meisje Briseïs niet dezelfde Hollywood-behandeling gekregen als in Troy (2004) van Wolfgang Petersen: het conflict gaat weliswaar nog steeds om het verkrijgen en het verliezen van eer, maar de bijbehorende emoties worden veel duidelijker op de voorgrond gezet.
De betekenis van oorlog
Ook het personage van Helena en haar verhaallijn is er mijn inziens in geslaagd om een persoonlijke lijdensweg over te brengen aan het publiek. In Troy: Fall of a City wordt er op vakkundige wijze gespeeld met de discussies over de mate waarin zij vrijwillig met Paris was meegegaan. De makers kozen er uiteindelijk voor om Helena voor Paris te laten vallen, met wat aanvankelijke tegenstand, onder andere vanwege haar tienerdochter Hermione. Ook tijdens haar verblijf in Troje blijft haar Spartaanse verleden als een schaduw over haar heen hangen. Vanaf het moment dat de onderhandelingen tussen de Grieken en de Trojanen stuklopen, wordt ze door volk en familie gewantrouwd. Met overwegend grote tegenslagen voor Troje en toenemende mogelijkheden om te ontsnappen, overweegt ze steeds meer om het lijden van de stad te beëindigen en over te stappen naar het Griekse kamp.
De innerlijke belevenissen van de meest prominente Griekse helden komen daarentegen een stuk zwakker over. Voor een serie die over een tien jaar durende oorlog gaat, komen er opvallend weinig vechtscènes langs. Achilles besteedt onderwijl wel het overgrote gedeelte van zijn screentime aan het overdenken van de betekenis van oorlog, maar door het gebrek aan aandacht voor de casualties of war komen zijn teksten al heel snel over als oeverloos gezever.
De Trojanen schijnen ondertussen geplaagd te worden door voedseltekorten. Dit wordt de kijker niet eens duidelijk gemaakt door de verhaallijn van de “normale Trojaan” die ertussen is gepropt, maar, gewoon, omdat koning Priamos en prins Hektor dat zeggen. Het mankement van de serie wordt het beste samengevat door een citaat uit de laatste aflevering. Agamemnon komt oog in oog te staan met Helena en hij zegt tegen haar: “you have no idea what you put us through”. Het publiek heeft daar op dit moment inderdaad geen idee bij, want we hebben er niet zo heel veel van meegemaakt. Er was wel die prachtige scène in Aulis, waarin Agamemnon zijn eigen dochter moest opofferen om uit te kunnen varen, maar die kunnen we ons, wanneer we bij het einde van de serie arriveren, nog maar heel vaag herinneren.
Het (Paris)oordeel
Troy: Fall of a City is over het algemeen vermakelijk, maar het is ook niet meer dan dat. Tegenover elk positief punt staat een negatieve tegenhanger. Het aan bod laten komen van minder bekende mythen, zoals het verdrag met Cilicië of Paris en de Amazonen, is het beste besluit geweest van de scriptschrijvers. Het levert namelijk de nodige verrassingen op. Maar het zorgt er wel voor dat de relatief korte serie een overvloed aan personages kent. Sommigen hebben daardoor meer beeldtijd gekregen ten koste van anderen. Menelaos is, naar mijn mening, in het bijzonder benadeeld. Hij was bij uitstek een karakter die de vele verschillende eigenschappen van een Homerische vechtersvorst kon etaleren, omdat hij in het verhaal transformeert van gastvrije koning naar gekrenkte legeraanvoerder. Minder verhaallijnen of meer afleveringen zouden goede oplossingen kunnen zijn geweest.
De intrigerende laatste shots van Odysseus – één van de betere vertolkingen uit de serie – wekken toch interesse voor een vervolg, een serie over de Odyssee. Mochten de BBC en Netflix de kritieken van recensenten ten harte nemen, dan bestaat de kans dat die nieuwe serie daadwerkelijk een episch hoogtepunt wordt.
Door Jasmijn Groot.
Jasmijn Groot (1989) studeerde Geschiedenis en Oudheidkunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Op het moment legt ze de laatste hand aan haar masterscriptie en is ze werkzaam als redactrice bij Codex Historiae.