Reportage: tentoonstelling ‘Opgegraven strijd. Archeologie in de oorlog’

In het Noordbrabants Museum in Den Bosch is van 28 januari tot en met 14 mei 2017 de tentoonstelling Opgegraven strijd. Archeologie in de oorlog te zien. In samenwerking met het nabijgelegen Nationaal Monument Kamp Vught hebben de archeologen Evert van Ginkel en Arjen Bosman de eerste archeologische tentoonstelling in Nederland met alleen Nederlandse bodemvondsten samengesteld.

De liefde voor geschiedenis neemt in Nederland steeds meer toe, gezien alle boeken, tentoonstellingen en evenementen die rondom ons mooie vak worden geschreven en georganiseerd. Ook de aandacht voor archeologie is de afgelopen twintig jaar steeds groter geworden. Het is niet meer het ondergeschoven kindje van geschiedenis, maar een op zichzelf staande discipline. Het is daarom ook de hoogste tijd dat deze tentoonstelling te zien is.

De bezoeker ziet ongeveer zevenhonderd oorlogs- en gebruiksvoorwerpen uit de Nederlandse bodem van ongeveer 2000 voor Christus tot nu. De nadruk ligt – vanwege de samenwerking met Nationaal Monument Kamp Vught, waar op dit moment opgravingen uitgevoerd worden – op de Tweede Wereldoorlog. Desondanks krijgt iedere historische periode waarin oorlogen grote indruk hebben gehad op het Nederlandse landschap een eigen plek. De tentoonstelling laat dus absoluut niets zien over vredestijden. Er zijn natuurlijk de gebruikelijke knopen, botten en speldjes te zien, maar ook zwaarden, munten, iconen en modernere wapens die meegebracht werden door soldaten uit heel Europa. Het zijn religieuze, politieke, militaire en soms persoonlijke tijdsmonumenten van soldaten die op Nederlandse bodem gestreden hebben. Omdat een aanzienlijk deel van de voorwerpen klein van stuk is, zijn deze samen tentoongesteld. Zo liggen de knopen, spelden en kogeltjes niet te ruim of alleen uitgestald, maar naast de mooiere en bijzondere voorwerpen zoals de iconen. Samen geven zij de soldaten hun identiteit terug.

 

De bodemvondsten zijn in zeer mooi vorm gegeven vitrines gesorteerd per oorlog en waar nodig, meestal als het een zeer vroege historische periode betreft, per tijdvak. Toch is het even zoeken in de tentoonstelling, want de historische tijdvakken lopen door elkaar. Dat lijkt een zwakte van de tentoonstelling, maar tegelijkertijd is het voor het oog een sterk punt: er zijn overal nisjes en mooi vormgegeven vitrines, die samen één geheel vormen. Omdat de tentoonstellingsonderdelen vrij hoog zijn, krijgt de bezoeker het gevoel zich zelf in een archeologisch opgraving te bevinden. Daarnaast staat er nog een grote multimediale voorstelling centraal, dat een archeologische graafplaats liet zien, en is er voor de kinderen een opgraafplaats. Helemaal in de cultuurhistorische traditie is deze zandbak met scheppen en zeven een goed voorbeeld van het beleven van geschiedenis. De (toekomstige) historicus kan er niet vroeg genoeg mee beginnen.

Helaas heeft de historische toelichting in de tentoonstelling meer plaats gekregen dan het verloop van het archeologisch onderzoek. Het komt aan bod, maar toch lijkt het een meer historische dan een archeologische tentoonstelling te zijn. De teksten met informatie over de historische achtergrond van oorlogen overtreffen in aantal de informatiepunten over archeologie. Het is daarom raadzaam en interessant tien minuutjes te fietsen naar Vught en daar de archeologische opgraving te bekijken. Hier wordt uitleg gegeven over het vak door experts Jobbe Wijnen en Ivar Schute.

Het is een mooi vormgegeven, kleine tentoonstelling met vele waardevolle vondsten. De gebruikelijke knopen en botjes vormen samen met de mooiere voorwerpen een goed beeld van de historische waarde van de Nederlandse bodem en de personen die hier ooit gestreden hebben. Voor de archeologische verdieping van deze tentoonstelling zal men echter Nationaal Monument Kamp Vught moeten bezoeken. Dat kan gelukkig met een combinatieticket en een mooi fietstochtje. Ga het zien!

Bronnen
Ginkel, E. van en A. Bosman, Opgegraven strijd. Archeologie van de oorlog (’s-Hertogenbosch 2017)

Door Joyce van Os

Joyce van Os heeft in 2011 de master Cultuurgeschiedenis en in 2012 de master Leraar Geschiedenis en Staatsinrichting aan de Universiteit Utrecht afgerond. Zij is afgestudeerd op narrativisme in community museums en Molukse geschiedenis, en op intercultureel onderwijs, en historische films in het geschiedenisonderwijs. Sinds 2012 geeft zij geschiedenis en Duits op een middelbare school.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven