Samenvatting
Burgerschap in de vroegmoderne tijd wordt meestal beschouwd vanuit het leven binnen de muren van de stad. Er is tot op heden nog maar weinig aandacht geweest voor de bevolking op het platteland en hun ideeën over burgerschap. Deze studie focust daarom op het agrarische Landschap Drenthe in het jaar 1748. De ingezetenen van Drenthe eisten het erfstadhouderschap van Willem IV en inzicht in de financiële zaken. De regenten werden geacht te handelen in het belang van het Landschap en stonden daarmee ten dienste van de ingezetenen. De ingezetenen rechtvaardigden hiermee het verzet tegen de regenten en de eis voor Willem IV. Met zowel het organiseren van een schaduwvergadering, het opstellen van een eisenlijst en het onder druk zetten van de regenten lukte het de ingezetenen om gezamenlijk de gewenste verandering te bewerkstelligen. Een politieke gemeenschap, zoals een stad, is dus niet noodzakelijk om te kunnen spreken van burgerschap. Ook buiten de stad bestond een dynamiek tussen de ingezetenen en de regenten. Net zoals in de steden nam de bevolking een politieke rol aan en wilde ze gerepresenteerd worden.
Rosalie Versmissen is 23 jaar oud en zit in het derde jaar van de Bachelor Geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Ze specialiseert zich in de Republiek der Nederlanden in de vroegmoderne tijd. Naast haar studie werkt ze als vrijwilliger bij het Historisch Documentatie Centrum voor het Protestantisme (1800- nu) van de VU. Momenteel schrijft ze haar bachelor-scriptie over de rol van semi-religieuze katholieke vrouwen als bidsters bij (verboden) begrafenissen in de zeventiende eeuw: aan de hand van egodocumenten maakt ze een vergelijking tussen de rol van semi-religieuze vrouwen in de Noordelijke Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden.
