Uit de schaduw: Uit de schaduw van de Acropolis

Voor zijn laatste buitenlandse reis als president van de Verenigde Staten, koos Barack Obama Athene als destinatie. In zijn afsluitende toespraak aldaar zei hij dat hij voor Athene had gekozen, omdat hij absoluut een keer de Acropolis wilde bezoeken, het ultieme symbool van de verdiensten van de Oudgriekse beschaving, die volgens hem de wereld zoveel heeft gegeven. Deze uitspraak toont maar weer aan hoe sterk er nog steeds wordt geloofd dat het oude Griekenland aan de wieg van de westerse beschaving staat. Waar niet veel mensen zich bewust van zijn, is dat dit een notie is die we zelf in stand hebben gebracht aan de vooravond van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog.

Eeuwenlang was er in West-Europa vrijwel geen aandacht voor het oude Griekenland. Na de opsplitsing van het Romeinse Rijk in een westelijk en een oostelijk deel, oriënteerden beide kanten zich op de meest dominante beschaving binnen de grenzen: het Westen op Rome en het Oosten op Griekenland. Het Oost-Romeinse Rijk bleef als het Byzantijnse Rijk nog een aantal eeuwen voortbestaan en er werd hoofdzakelijk Oudgrieks gebruikt. Na de val van het West-Romeinse Rijk bleef het Westen lange tijd Latijn gebruiken in wetenschappelijke en godsdienstige context.

Er kwam hier verandering in aan het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw. Deze werd in gang gezet door de publicatie van de Geschichte der Kunst des Altertums (Geschiedenis van de kunst uit de Oudheid) in 1764 door Johann Joachim Winckelmann. Met dit werk zette hij Oudgriekse kunst op de kaart in Europa. Winckelmann gaf in het boek een overzicht van de ontwikkeling van de kunstvormen binnen verschillende klassieke beschavingen. Zo ook die van Griekenland. De Griekse kunst werd door de lezers van het boek onthaald als de voorganger van Romeinse kunst, als het voorbeeld waar zij van hadden afgekeken.

 

Winckelmann omschreef ook de politieke, sociale en intellectuele omstandigheden in de Griekse poleis, die volgens hem de mogelijkheid boden om zulke geweldige kunst voort te brengen: in de stadstaten waren filosofen actief, die het volk onderwezen waardoor zij zichzelf konden regeren en waardoor zij vrij waren. Deze theorie paste mooi binnen een tweede ontwikkeling die in deze eeuw plaatsvond, namelijk de opkomst van de Romantiek. Deze culturele beweging legde de nadruk op het soort vrijheid waar het oude Griekenland geleidelijk om bekend begon te staan en op het kinderlijke en het hybride: het primitieve als voorbeeld voor een nieuwe manier van leven. In tegenstelling tot de Romeinen, waar zo lang tegen was opgekeken, hadden de Griekse poleis zich in een nóg vroegere fase van ontwikkeling bevonden. Hun maatschappij was hetgeen waar Romantici naar terug wilden keren. Het oude Griekenland werd dus een grote inspiratiebron.

Ondertussen in Griekenland…

Griekenland was destijds al enige tijd onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Ondanks pogingen van de Ottomanen, heerste er onder de Grieken nog wel een sterk gevoel van nationalisme en identiteit – de orthodoxe kerk had hier een flinke hand in. Met die emoties waren er al een aantal opstanden in werking gesteld: de eerste grote vond plaats in de jaren zeventig van de achttiende eeuw en werd gesponsord door het eveneens orthodoxe Rusland. Van West-Europa waren de Grieken eeuwenlang afgesneden. De typische Europese bewegingen, zoals een Renaissance of een Romantiek, hadden ze nooit meegemaakt. Maar de ophemeling van hun klassieke verleden aldaar ging uiteindelijk niet aan hen voorbij. Integendeel zelfs: dat Europa hun land op een voetstuk had geplaatst, droeg alleen maar verder bij aan het succes van de “Griekse zaak”, het doel om Griekenland onafhankelijk te krijgen.

Aan het einde van de achttiende eeuw steeg de welvaart onder Griekse koopmannen. Zij raakten in staat om hun zoons naar Europese universiteiten te sturen. Daar leerden zij over de Griekse Oudheid, welke status het inmiddels in het Westen had verworven en over Romantische noties, zoals natiestaten en Volksgeist. Deze ideeën werden teruggekoppeld naar Griekenland, in een beweging die de Moderne Griekse Verlichting wordt genoemd. Tegelijkertijd kregen ze ook de sentimenten van revolutionair nationalisme in West-Europa mee en raakten ze geïnspireerd door de Franse Revolutie. Er ontstonden nationale bewegingen die steun gingen zoeken voor de Griekse zaak onder de Griekse bevolking. Het Westen was inmiddels ook erg sympathiek geworden met de strijd van de Grieken. Pas als de nieuwe, onafhankelijke staat weer bij hun christelijke continent zou horen, dan zou het de oude glorie van de klassieke Griekse poleis kunnen doen herleven. De opstand van de Grieken werd vanuit West-Europa dan ook royaal gefinancieerd. Een aantal bekende en welvarende Europeanen pakten zelfs de wapens op en schaarden zich bij de revolutionairen op het slagveld. De Engelse poëet Lord Byron is daarvan de bekendste.

De Acropolis centraal

Na de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog van 1821 tot 1829, was die gloednieuwe natie financieel uitgeput en de bevolking was verdeeld. Er was dringende behoefte aan eenheid. Men trachtte die eenheid wederom te vinden door middel van hun ogenschijnlijke gedeelde geschiedenis: de Oudheid. Het klassieke Griekenland stond geheel centraal bij de inrichting van de nieuwe staat en het vormen van een nationale identiteit.

Een van de belangrijkste beslissingen die daarbij werden genomen, was om van Athene de hoofdstad te maken. Dit was absoluut geen voor de hand liggende keuze: Athene stelde begin negentiende eeuw weinig voor. De Acropolis stond er nog – of wat er nog van over was – maar verder was Athene maar een klein plattelandsstadje. De drang om aan te tonen dat het oude Griekenland uit de as zou herrijzen als een mythische feniks was echter groot. Dus om de stad haar klassieke glorie terug te geven, moest men hard aan het werk. Er werden verschillende stadsplannen vervaardigd, waarbij de esthetiek van moderne Europese hoofdsteden werd gecombineerd met de Griekse klassieke vormgeving. Binnen deze ontwerpen was er veel aandacht voor de nog overeind staande structuren, bovenal voor de Acropolis.

In eerste instantie was het de intentie van de stadsarchitecten om van de Acropolis een paleis te maken voor de nieuwe koning van Griekenland, Otto van Beieren. Hier werd uiteindelijk van afgezien. In plaats daarvan werd er besloten om de Acropolis te modelleren naar hoe het eruit zag in de hoogtijdagen van de Atheense polis: de vijfde eeuw voor Christus, de tijd van Perikles en de geboorte van democratie. Hier moesten de moskeeën en de huizen die tijdens Byzantijnse en Ottomaanse heerschappij op en om de Acropolis waren gebouwd voor wijken. Tot op de dag van vandaag worden er regelmatig restauratiewerkzaamheden verricht op de Acropolis, om het er zo authentiek mogelijk uit te laten zien.

Obama mag dan inmiddels het stokje hebben overgedragen aan Donald Trump, politici doen nog steeds dezelfde uitspraken over de klassieke Oudheid: tijdens de presidentsverkiezingen in Frankrijk noemde Marine Le Pen het Middellandse Zeegebied nog de thuisbasis van de menselijke beschaving. De pogingen van Oudheidkundigen ten spijt, de waarheid zal voorlopig nog wel even in de schaduw van de Acropolis blijven staan.

 Wil je nog meer weten? Check dan eens de site van het NIA (www.nia.gr) voor leuke cursussen over het verleden en het heden van Griekenland.

 

Jasmijn Groot (1989) studeerde Geschiedenis en Oudheidkunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Op het moment legt ze de laatste hand aan haar masterscriptie over vrouwen bij Oudgriekse feestmalen. Verder is ze werkzaam als redactrice bij Skript Historisch Tijdschrift en Codex Historiae.

Berichten gemaakt 1256

Eén gedachte over “Uit de schaduw: Uit de schaduw van de Acropolis

  1. Interessante column! Ben ook benieuwd naar je masterscriptie Jasmijn, bijzonder onderwerp, houd me aanbevolen als deze gepubliceerd mag!

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven