Verwant Verleden: Marie van der Velden-Dekkers. De moeder die baas van een bouwbedrijf werd

Primaire bronnen blijven essentieel voor geschiedkundig onderzoek, en wat is een mooiere primaire bron dan je eigen voorouder? Aan de hand van oude foto’s, oral history en familieverhalen plaatsen jonge historici de komende weken de ervaringen van hun voorouders in historische context. Vandaag vertelt Stef over zijn overgrootmoeder Marie, die in de jaren dertig de baas van een bouwbedrijf werd.

Het gezin

Mijn grootvader Toon van der Velden groeide op in een bijzonder gezin. Niet alleen kreeg dit gezin in streng katholiek Noord-Limburg te maken met de vroege dood van de kostwinner; moeder Marie werd – zeer ongewoon in die tijd – de baas over het bedrijf van haar overleden man.

Marie van der Velden, geboren als Marie Dekkers op 4 december 1887 in het Noord-Limburgse Heythuysen, trad op 9 november 1911 in het eveneens Noord-Limburgse Kessel in het huwelijksbootje met de 23-jarige metselaar Joannes Hubertus van der Velden, roepnaam Huub. Huub was de bastaardzoon van Anna Gertrudis van der Velden en een onbekende man, een schande in die tijd. In de vroege twintigste eeuw stond Noord-Limburg namelijk nog grotendeels onder de directe invloed van de katholieke kerk en was het huwelijk een van de morele paradepaardjes van de samenleving.

Huub en Marie startten hun gezinsleven in het Duitse plaatsje Bracht en kregen daar hun eerste kinderen. In totaal kregen Huub en Marie vier zoons en een dochter. Het gezin verhuisde in 1921 naar Blerick (in de huidige gemeente Venlo) en kocht daar met een lening van maar liefst 2300 gulden een lap grond. Er werden twee huizen gebouwd, waarvan Huub er één meteen verhuurde. De zaken gingen voorspoedig en er werden in de jaren erna meerdere percelen aangeschaft waarop huizen gebouwd werden voor de verhuur. Het gezin leefde naar alle waarschijnlijkheid op het niveau van de wat hogere middenklasse, toen het noodlot in 1935 plotsklaps toesloeg.

De dood van de kostwinner

Tante Anna (links), tante Tonnie (midden) en Marie (rechts). Hoensbroek – 1965

Huub kwam als 47-jarige te overlijden (een natuurlijke dood, waarschijnlijk veroorzaakt door hartproblemen, wat vaker voorkwam in de familie) en het gezin stond er alleen voor. Er was geen testament opgemaakt en de boedel bestaande uit vijf woningen moest dus verdeeld worden onder de drie al meerderjarige kinderen en de moeder. Een forse klus, zeker als je je bedenkt dat dit normaal testamentair vastgelegd zou moeten worden! Na aftrek van alle hypotheekschulden en andere vorderingen bleef er per gezinslid een bedrag van 506 gulden over. Slechts één zoon eiste dit bedrag alsmede een aantal gereedschappen op om hiermee zijn eigen bedrijf te stichten. De andere zoons lieten het geld in de zaak zitten en ondersteunden hun moeder in het managen van het bouwbedrijf.

Het bouwbedrijf, wat tot die tijd gerund werd door Huub, kwam nu dus in handen van Marie: een vrouw die vanaf dat moment als weduwe de baas was over een bouwbedrijf! Een unieke situatie in die tijd en al helemaal in Noord-Limburg, want het was erg ongewoon dat een vrouw in plaats van een ondergeschikte rol in de samenleving nu een leidende functie binnen een bedrijf op zich nam. Het is niet waarschijnlijk dat Marie zelf ‘op de bouw’ aanwezig is geweest. Dit valt wellicht te wijten aan het feit dat zij hiervoor geen voorbereidende opleiding heeft genoten. Wat we wel weten is dat zij contacten onderhield met leveranciers, verzekeringen, notarissen en klanten. Marie was dus niet alleen de moeder van haar gezin, maar ook de matriarch van het bouwbedrijf. De zaken verliepen voorspoedig en de familie bouwde en verhuurde diverse woningen.

De invloed van de Tweede Wereldoorlog

Met het uitbreken van de Tweede-Wereldoorlog startte een nieuwe episode in het leven van de familie van der Velden. Over de situatie van de zoons aan het begin van de oorlog is niet veel bekend. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de meesten niet gevochten, gesterkt door een onmisbaarheidsverklaring voor de zaak. De oudste zoon wist echter met het verzet naar Engeland te varen. Hij sloot zich daar aan bij de Prinses-Irenebrigade, waarmee hij deelnam aan de invasie van Normandië. Na de bevrijding keerde hij weer veilig terug naar het vaderland.

Tot het einde van de oorlog was de schade aan de eigendommen beperkt gebleven, maar wanneer de Britten eind 1944 startten met de onsuccesvolle bombardementen op de Maasbruggen van Blerick naar Venlo, trof dit ook de eigendommen van de familie van der Velden. De schade, die in de vele tienduizenden guldens liep, werd niet genoeg gedekt. Marie zag zich hierdoor genoodzaakt om forse leningen af te sluiten om daarmee de eigendommen van haar gezin te herstellen. De schade werd door de zoons, die op één na allemaal metselaar, timmerman of aannemer waren, hersteld.

Detail uit oorlogsschaderapport met betrekking tot geleden schade. Foto van document uit privéarchief fam. Van der Velden

Deze panden konden echter niet worden gebruikt. De belasting die werd geheven op deze panden werd door Marie daarom als zeer onrechtvaardig ervaren. Hierop schreef zij een brief aan het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Een antwoord bleef echter uit en het leed was nog niet volledig geleden. Begin 1946 ontving Marie een brief van de staat met daarin de mededeling dat het grootste deel van het land rondom haar woning en bedrijf onteigend zou worden ten behoeve van de bouw van nieuwbouwwoningen voor de getroffenen van de Tweede Wereldoorlog. Desondanks bleef Marie tot eind jaren veertig betrokken in het bouwbedrijf, waarna ze de zaak definitief overdeed aan haar zoons.

Stef van der Velden (Venlo, 1989) is docent Geschiedenis en wetenschapscoördinator op het Blariacumcollege in Venlo. Hij heeft zijn bacheloropleiding gevolgd op de HAN te Nijmegen en is momenteel zijn masteropleiding aan het afronden op de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg.

Berichten gemaakt 1256

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven