In de kleine haven van Swansea is de flamboyante Baron Spolasco (ca. 1800-1858) in steen vereeuwigd. Hij werd rond 1800 geboren als John Smith en bouwde gedurende zijn leven een naam op als oplichter, kwakzalver en schipbreukeling. Als zelfbenoemde ‘arts’ reisde hij van industriële gebieden naar lieflijke gehuchten waar hij naar eigen zeggen ontelbare mensen genas. Zo beweerde hij ‘doven weer horend en de kreupelen weer lopend’ te hebben gemaakt. Zelfverheerlijking was Spolasco niet vreemd; hij had verschillende buitenechtelijke kinderen; sloeg talloze malen op de vlucht en stierf uiteindelijk verarmd in New York. Wie was deze ‘Baron’ en hoe kwam hij in Swansea terecht?
Zijn carrière als ‘arts’ begon in het Ierse Cork, een stad die hij in 1838 tijdelijk besloot te verlaten omdat hij in Bristol een afspraak zou hebben met een ‘Agent of a very high Personage’. Tezamen met zijn achtjarige zoontje Robert ging hij aan boord van de Killarney Steamer. De reis verliep echter rampzalig. De stoomboot, volgeladen met varkens en vijftig passagiers, kwam terecht in een zware storm. Tussen de door de oosterwind opgezweepte golven probeerden de opvarenden zichzelf in de nacht van 20 januari te redden. Dichter bij land dan aanvankelijk door de kapitein werd gedacht, kon een deel van de passagiers zich vastklampen aan de scherpe rotsen. Terwijl de Baron één van de vrouwelijke passagiers de glibberige stenen op hielp verloor hij zijn zoon één ogenblik uit het zicht…
“With eager search and frantic feelings, I crept around the rock as far as the sea would permit me, calling my darling Robert! My lovely boy! But he answered not. No! I never heard more his voice! He was gone! I lost him forever!”
De volgende dag werden de dertien overlevenden gered. Ondanks het verlies van zijn zoon vervolgde Baron Spolasco zijn reis naar Bristol. Hier schreef hij een boek over de ramp waarin hij zijn vaderlijke gevoelens over het verlies van zijn zoon onder woorden poogde te brengen. Tegelijkertijd maakte hij handig gebruik van deze gelegenheid om ook zijn medische vaardigheden tentoon te stellen. Hij beschreef het verbinden van het been van een medeopvarende zodanig in detail, dat de handeling anderhalve pagina van zijn boek in beslag nam. Maar dat was natuurlijk enkel omdat het de schijnbaar gepassioneerde Spolasco vervulde met een ‘glow of gratification at having relieved a fellow creature’.
Na minder dan een jaar verhuisde Spolasco naar Swansea. Hier vierde hij het overleven van de schipbreuk met het uitdelen van een os aan de armen. Het leverde hem naast veel publiciteit een vereeuwiging in de haven van Swansea op. Ook in deze nieuwe thuisstad zette hij zijn praktijken als kwakzalver voort. Hij verkondigde zijn veronderstelde kunsten op allerlei manieren. Naast het boek liet hij ook metalen munten produceren die hij uitdeelde voor publiciteit. Maar het geluk stond niet eeuwig aan zijn zijde en na enkele maanden vielen zijn dubieuze medische praktijken door de mand.
De tweeëntwintigjarige Susannah Thomas bezocht de arts met buikklachten. Na een kort onderzoek gaf Spolasco haar twee pillen verpakt in ‘roze en blauw papier’ en een poedertje van een onbekende substantie. Vol goede moed verliet Susannah de praktijk. Anderhalf uur later werd ze dood in haar huis gevonden. Uit een autopsie bleek dat er een gat in haar maag was gebrand; Spolasco werd aangeklaagd voor doodslag. Het lukte de rechter echter niet om voldoende materiaal te verzamelen om te bewijzen dat het Spolasco’s voorschrift was die de dood van Susannah had veroorzaakt; de Baron ontkwam aan zijn straf. Vlak na deze onstuimige periode schreef hij een lied over zichzelf waarin hij wederom niet schroomt om zichzelf te prijzen:
“I pledge into Spolasco’s name,
A name in which we glory;
His splendid cures and healing fame
Recorded are in story.
Be mindful of Spolasco’s skill,
Ye patrons of his merit;
Save him from all impending ill.
And a relentless spirit.”
Ondanks het voorval met justitie besloot hij om nog een aantal jaren in Swansea te blijven alvorens hij zijn geluk zou beproeven in Londen. Hier zou hij verschillende kinderen verwekken bij diverse vrouwen en kwam hij nog meerdere keren in opspraak wegens zijn medische vaardigheden. Uiteindelijk besloot hij per boot naar de Nieuwe Wereld te gaan en zijn medische praktijken in New York voort te zetten. Maar het geluk leek hem definitief te hebben verlaten. De zaken verliepen slecht en Spolasco zag zich genoodzaakt telkens naar armere delen van de stad te verhuizen. Uiteindelijk stierf John Smith in 1858, waarna hij om onbekende redenen de geschiedenis in zou gaan als Baron Spolasco: een naam die ons herinnert aan zijn extravagante leven.
Verder lezen:
- Caroline Rance, The Quack Doctor: Historical Remedies for all your Ills
- Baron Spolasco, Narrative of the wreck of the Killarney steamer, with interesting details not yet published, relative to the Sufferings of those who were left desolate upon the Rock in Benny Bay (Cork 1838)
Carmen Nelissen is op dit moment derdejaars bachelorstudente aan de Universiteit Utrecht. Hier houdt zij zich voornamelijk bezig met recente, Europese geschiedenis, een thema dat ook het onderwerp vormde van haar thesis afgelopen half jaar. Na het schrijven van haar scriptie is ze naar Swansea, Wales, gegaan om hier in het kader van een Erasmus Exchange vakken te volgen. Voor Jonge Historici zal zij dit half jaar verslag doen vanuit de Welshe Valleys.